Vlaams schrijver (Menen 21 Aug. 1896), is o.a. journalist aan „Le Peuple” en „Vooruit”. Hij was medestichter van 't Fonteintje en Het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Het hoofdthema van zijn werk is het streven naar het geluk.
De losheid en speelsheid in zijn eerste belangrijke verzenbundel, De Roos van Jericho, maakte geleidelijk plaats voor een steeds strenger gebondenheid en eenvoud in de uitdrukking. Zijn ironie en fantasie heeft hij daarentegen de vrije teugel gelaten in Vergeet niet te leven, een klein handboek van het geluk, werk van een minzaam epicurist, die de matigheid prijst als middel om het genot te verhogen en te bestendigen. Als criticus beperkt hij zich tot het schrijven van losse aantekeningen, die hij sedert jaren dag aan dag, in zijn rubriek „Boekuil”, in Vooruit publiceert. Marginalia bij zijn lectuur bundelde hij in Zeg mij hoe gij leest.
DR R. F. LISSENS
Bibl.: Poëzie: Eros, onder schuiln. Ray Vere en in samenw. met Maurice Minne (schuiln. van Maurice Roelants) (Gent 1914); De Roos van Jericho (Brussel 1931); Het Helder Gelaat (Rotterdam 1937); Wie zijn dag niet mint, zal ten onder gaan (ibid. 1940); De Minnaars (Brussel 1942).Toneel: Verwachtingen, onder schuiln. Ray Vere en in samenw. met Maurice Minne (Koekelberg 1916). Essay: De hedendaagsche Vlaamsche Letterkunde (Brussel 1935); La littérature flamande contemporaine (Bruxelles 1935); Zeg mij hoe gij leest (Brussel 1941); Vergeet niet te leven (ibid. 1943); Vlaanderen, let op uw zaak (Gent 1945); Dictionnaire des Littérateurs, in samenw. met F. Closset en E. Vauthier (Bruxelles 1946).
Lit.: Fr. Closset, Over den dichter R. H. (Liège 1942); Idem, R. H., de dichter en de criticus (Brussel 1944).