Vlaams schrijver (Blankenberge 18 Oct. 1895), studeerde wijsbegeerte en letteren aan de Universiteit te Brussel en is thans directeur van de gesproken uitzendingen van het Belgisch Nationaal Instituut voor Radio-omroep. Geen Vlaams auteur is méér doordrenkt dan hij met de voor de Franse geest zo kenmerkende helderheid en bepaaldelijk met die amorele geestesgesteldheid, die zich het sterkst en zuiverst in de i8de-eeuwse libertijnse geschriften heeft geuit.
Buiten zijn roman André Terval, een door ,^’Indifférent” van Watteau geïnspireerd psychologisch (zelf?)portret, gaat zijn voorkeur naar korte composities. Zijn bundel Sheherazade, tot heden zijn beste werk, bevat zes symbolische en „wijsgerige” verhalen, of liever in een verhaalvorm ingeklede bespiegelingen. Tot hetzelfde genre behoort De laatste verzoeking van Antonius. Voor het toneel schreef hij een comedie in drie bedrijven, De Schoone Slaapster, waarin hij het gelijknamige oude sprookje poogt te moderniseren.Brulez wacht er zich voor, in zijn werk voor iets of iemand partij te kiezen, gewoon omdat het hem aan alle geloof ontbreekt. Hij is een ontgoochelde, die om zijn ontgoocheling niet lijdt, of opgehouden heeft er om te lijden. De hartstocht en het gevoel krijgen overigens nergens de overhand op zijn verfijnde sensualiteit en zijn koel intellect. Het ietwat ongerijmde leven op deze wereld slaat hij spiritueel en ironisch gade van zijn uitgedoofde planeet uit.
DR R. F. LISSENS
Bibl.: André Terval of Inleiding tot een leven van gelijkmoedigheid (Mechelen 1930); Sheherazade of Litteratuur als Losprijs (Kortrijk 1932); De laatste verzoeking van Antonius (Brugge 1932); De Schoone Slaapster (Antwerpen 1935); Novellen en Schetsen (Brugge 1936); De Noord-Nederlandsche Letterkunde sinds 1914 (Brussel 1936); Een Mei (ibid. 1937); De Klok (ibid. 1937); De Belgische Zeekust (ibid. 1937); Ecrivains flamands d’aujourd’hui (Bruxelles 1938).