Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Pieter philip juriaan quint ONDAATJE

betekenis & definitie

Nederlands patriots politicus (Colombo 18 Juni 1758 - Batavia 18 Apr. 1818), zoon van een predikant op Ceylon, studeerde te Utrecht filosofie en rechten en trad sterk naar voren in de eerste patriottenbeweging en was o.m. aanvoerder van de Utrechtse studenten in hun actie tegen de oligarchie (z Bellamy, Jacobus). In de eerste phase richtte te Utrecht de patriotse actie zich tegen het regeringsreglement van 1674 (in 1747 hersteld), dat de stadhouder het recht gaf de magistraat te benoemen.

Dit bedrijf slaagde, waardoor de regenten de macht weer in handen kregen. De burgerdemocratie, voorgegaan door Ondaatje, maakte toen van de gelegenheid gebruik om de verkiezing van haar candidaat tot lid van de stedelijke regering te forceren. Deze aantasting van de oligarchie leidde tot een breuk in het patriotse front: de aristocratische en democratische fracties gingen uiteen, hetgeen zou leiden tot een toenadering tussen de oligarchie en de prins. Intussen bereikten Ondaatje en zijn vrienden dat van 1785 tot 1787 Utrecht geregeerd werd door een democratische raad, gekozen door de burgerij. Feitelijk is dit het hoogtepunt van de patriotse beweging. Dit succes werd in 1787 vernietigd bij de invasie van het Pruisische leger.Ondaatje trok naar Amsterdam en week daarna uit naar het buitenland, eerst naar Hamburg en weldra naar de Zuidelijke Nederlanden (Oostende, Brussel). Later vestigde hij zich te Duinkerken. In 1792 trad hij in het Légion franche étrangère, diende in de oorlog van 1792/93 onder Dumouriez en vestigde zich in 1793 te Calais, waar hij een drukkerij begon. Na de Bataafse omwenteling (1795) keerde hij terstond naar Nederland terug. In het actieve politieke leven is hij niet meer op de voorgrond getreden: in geen enkel van de vertegenwoordigende colleges in de Bataafse tijd heeft hij zitting gehad. In 1795 werd hij ondersecretaris van de raad van Oorlog van de Bataafse Republiek en in 1796 lid van de Aziatische Raad.

Van 1798-1799 was hij bovendien secretaris-generaal van het departement van Politie en toezicht op de staat van dijken, wegen en wateren. Daarna oefende hij het ambt uit van solliciteur bij de Marine (1801-1804). In 1803 gaf Schimmelpenninck hem de functies van lid van de Raad van Financiën en van de Prijsraad. Van 1811 tot 1814 was hij raadsheer bij de Prijsraad te Parijs. Na het herstel van ’s lands onafhankelijkheid en de teruggave van Indië werd hij lid van het Hooggerechtshof te Batavia.

PROF. DR L. G. J. VERBERNE

Lit.: G. M. Davies, Memorials and Times of P. Ph. J. Q.

O., uitg. d. G. W. Vreede (Utrecht 1870).

< >