(Haarlem ca 1530 15 Febr. 1597), was houtkoper, later brouwer en speelde in 1566 een rol te Amsterdam bij de Beeldenstorm, waar hij zorgde, dat de boeken van het Minderbroederklooster niet werden vernield. Hij werd als aanhanger der Hervorming verbannen.
In 1572 keerde hij in Nederland terug en trok naar Haarlem om hier de Geuzen te doen zegevieren, wat hem gelukte. 3 Juli werd hij benoemd tot burgemeester van Haarlem, welke functie hij gedurende het beleg met waardigheid bekleedde. Bij de overgave aan Alva werd hij gevangengenomen en tot de galg veroordeeld, doch Don Frederik gebruikte hem als onderhandelaar over de uitwisseling van krijgsgevangenen en zo kwam hij op vrije voeten. In 1577, toen Haarlem zich weer bij de prins voegde, kwam hij opnieuw in de regering en was tot 1594 nog tienmaal burgemeester.