baron, Russisch generaal (Nowo-Alexandrowsk, distr. Kowno, 27 Aug. 1878-Brussel 25 Apr. 1928), nam in Mrt 1920 het commando over het „Witte” leger in Zuid-Rusland over van Denikin.
Aanvankelijk behaalde hij successen met behulp van Fransen en Britten, maar toen de hoofdmacht der bolsjewieken na de Poolse oorlog was vrijgekomen, werd hij naar de Krim teruggedrongen. Van belang was hierbij vooral ook de houding der boeren, die uit vrees voor herstel van het grootgrondbezit de Sovjets steunden. In Nov. namen de bolsjewieken de landengte van Perekop, waarna Wrangel zich genoodzaakt zag, van Sebastopol uit te wijken naar Constantinopel. In 1925 werd het Wrangelleger ontbonden. De generaal vestigde zich te Brussel.Bibl.: Les mémoires du général W. (1930).