Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Peter iljitsj tsjaikowskij

betekenis & definitie

Russisch componist (Wotkinsk 7 Mei 1840 - St Petersburg 6 Nov. 1893), studeerde rechten te St Petersburg, was een tijdlang werkzaam aan het ministerie van Justitie, voelde zich aangetrokken tot muziek, studeerde daartoe aan het conservatorium te St Petersburg o.m. bij Anton Rubinstein.

In 1866 werd hij benoemd tot leraar aan het conservatorium te Moskou, welke functie hij tot 1877 vervulde, toen een vermogende weduwe, mevr.N.von Meck, hem door een levenslang jaargeld in staat stelde om zich geheel aan de compositie te wijden. Zijn werken werden snel bekend, ook in het buitenland, hetgeen de aanleiding werd tot reizen als gastdirigent door Europa en Amerika ter uitvoering van zijn werken. Er werden zelfs Tsjaikowskij-festivals gegeven en in zijn sterfjaar benoemde de universiteit van Cambridge hem tot doctor h.c.

Tsjaikowskij was een gespleten persoonlijkheid. Enerzijds op en top een Rus, was hij als componist Westeuropees georiënteerd en de voornaamste tegenstander voor het „machtige hoopje” (z Rusland, muziek) dat een nationaal-Russische muziek voorstond. In Rusland dreef zijn verlangen hem naar West-Europa; daar levend trok een heimwee hem terug. In een leven vol successen hulde hij zich steeds in pessimisme. Temidden van een stroom muzikale invallen twijfelde hij aan zijn inspiratie. In een dergelijke wanhoopsstemming dronk hij tijdens een cholera-epidemie besmet water, hetgeen een einde aan zijn leven maakte.

Bibl.: Tsj. schreef: 10 opera’s, o.m. Eugen Onegin, Piqué Dame en Jolante; 3 balletten o.m. Casse-Noisette, toneelmuziek; voor orkest 6 symphonieën o.m. de Symphonie pathétique; 4 ouvertures; 4 suites; Francesca da Rimini, Capriccio italien; serenade; Manfred-symphonie; Fatum; De Wojwode; Romeo en Julia; 3 pianoconcerten; een vioolconcert; variaties voor cello en orkest; kamermuziek: 3 strijkkwartetten, een sextet en een pianotrio; voor piano een sonate en talrijke kleinere stukken, koorwerken en liederen. Rondom T.’s vierde symphonie, briefwisseling tusschen P. T. en mevr. von Meck, uit het Russ. vert. d. S. Bortkiewicz, bew. d. H. v. Dalen (’s-Gravenhage 1936).

Lit.: M. Tschaikowsky, Das Leben Tschaikowskys (1902); H. van Dalen, Tsch. (1930); H. Weinstock, Tsch. (1944); G. Abraham, Tsch. (1945); H. J. M. Muller, Tsch. (1950).

< >