Zuidnederlands schrijver (Antwerpen 1537 - Haarlem Febr. 1598), als schoolmeester te Antwerpen werkzaam (1555-1567 en 1570-1584), vestigde zich na 1592 te Haarlem. In zijn jeugd was hij factor van de Berchemse rederijkerskamer „Den Bloeyenden Wijngaert”.
Hij stelde tal van in zijn tijd zeer gewaardeerde schoolboekjes op, dichtte, ten behoeve van zijn leerlingen, zowel in het Nederlands als in het Frans, een drietal schooldrama’s, die herinneren aan de zinnespelen der rederijkers, bezorgde een Nederlandse uitgaaf van het Theatrum Orbis Terrarum van Abraham Ortelius, vertaalde een paar andere aardrijkskundige en zedekundige werkjes en gaf ook een kleine atlas met kaartjes uit, van Phil. Galle naar Ortelius, herhaaldelijk herdrukt in het Nederlands en het Frans onder de titel: Spieghel der Werelt, ghestelt in rijme (1ste uitg. 1577). Gedicht in de gewone rederijkerstrant, verdient dit laatste werkje vermelding om het streven naar taalzuivering.PROF. DR E. ROMBAUTS
Lit.: Bibliotheca Belgica H. 52-60; C. P. Serrure in Vaderlandsch Museum, III (1860), 293-402; C. P. Burger Jr, in: De Amsterdamse Boekdrukkers, IV (1915), 225-238 en Het Boek, 1914, 417-423; M. Sabbe, Peeter Heyns en de Nimfen uit den Lauwerboom (Antwerpen - Den Haag, 1929).