(2, leger) van zware constructie werden tot in Wereldoorlog II in de stellingoorlog en vooral bij de kustverdediging veel toegepast als dekking (zowel horizontaal als verticaal) van het verdedigend geschut tegen artillerievuur. ten einde het gebruik van dat geschut steeds te verzekeren.
In lichtere afmetingen kunnen zij ook nu nog worden gebruikt, zowel bij de bouw van schietbunkers of kazematten van gewapend beton (voor schietgatblinden en koepels), als ter directe bescherming van de infanterie en de bedieningsmanschappen der artillerie (pantserwagens en schilden).
Reeds in het midden van de 19de eeuw kwamen pantseringen voor bij oorlogsschepen en drijvende batterijen; de toepassing er van in de Krimoorlog (1855) en de Amerikaanse burgeroorlog (1862) had die voor gepantserde kazematten e.d. te land tot gevolg. Op constructies voor kustbatterijen in Engeland volgden de ontwerpen van Brialmont en vooral (van 1862 af) die van de Pruisische genieofïicier Schumann die in 1882 in dienst kwam van de fabriek van Gruson te Magdeburg-Buckau, later uitgegroeid tot het "Friedrich Krupp A.G. Grusonwerk".
De pantsermaterialen waren aanvankelijk gewalst smeed- of welijzer, ca 1877 verbeterd tot het zgn. compound-pantser, met een harde buitenlaag, het staal, nl. vloeistaal en gietstaal, geleidelijk weer verbeterd in 1891 door zgn. cementeren (Harvey) en in 1893 door Krupp te Essen tot nikkel- en chroomnikkelstaal. Laatstgenoemde staalsoorten hebben ook het hardgegoten ijzer of "Hartguss" van Gruson vervangen. In Duitsland, België en Oostenrijk vonden pantseringen bij land- en kustversterkingen reeds van 1874 tot 1881 op ruime schaal toepassing. Nederland volgde in 1882-1887 voor zijn kustforten en het sperfort Pannerden; ook het van 1889-1892 op het Pampus bij Amsterdam gebouwde fort werd van pantserkoepels voorzien.
Van 1892-1914 ten slotte werden in de toen aangelegde forten der Stelling van Amsterdam pantseringen aangebracht voor de nabijverdediging en het flankement (hefkoepels en traditore pantserkazematten). Eigenlijke pantserforten waren de eenheidsforten van Brialmont (z fort).