van schepen, ook „demagnetiseren” of „degaussen”, kunstmatig neutraliseren van het scheepsmagnetisme, om het vaartuig te beschermen tegen magnetische mijnen, kwam in Wereldoorlog II op grote schaal in gebruik. Hierbij dient men rekening te houden zowel met het aardmagnetisch veld, dat in de staalmassa een tijdelijk magnetisme induceert (afhangend van zijn plaats op aarde en van de koers van het schip) als met het permanent scheepsmagnetisme, vnl. ontstaan tijdens de bouw van het schip.
Het gecombineerd effect van deze beide kan men zich ontbonden denken in drie loodrecht op elkaar staande velden, nl. het verticale), het langsscheepse en het veelal zwakke dwarsscheepse veld, elk bestaande uit een permanente en een geïnduceerde component. Om dit effect te reduceren kan men twee methodes toepassen, afzonderlijk of gezamenlijk, nl.:a. Blijvend aanbrengen van spoelen rond het schip (degaussing-installatie) waardoor een electrische stroom wordt gezonden, die de uitwerking van het magnetisme langs electromagnetische weg opheft. Hierbij wordt de verticale component gecompenseerd door een horizontaal liggende spoel langs de omtrek van het schip, de langsscheepse door soortgelijke spoelen, die slechts het voor- en achterschip omvatten en de dwarsscheepse soms door twee verticaal liggende spoelen, symmetrisch t.a.v. de scheepsas aangebracht. Door de stroom te regelen naar de plaats op aarde en de koers van het schip wordt rekening gehouden met de variabele waarden van het geïnduceerde magnetisme: hiervoor zijn speciale „degaussing” kaarten aan boord, die de gehele wereld beslaan.
b. Behandelen van het schip met sterke magnetische velden, waardoor er in het staal een remanent magnetisme achterblijft (dank zij de hysteresis-eigenschap), hetwelk het permanent en geïnduceerd magnetisme tijdelijk opheft. Om daarbij de verticale component te neutraliseren hangt men rond het schip een horizontale kabel, welke omhoog of omlaag kan worden bewogen (zgn. „wiping”). Het langsscheepse magnetisme wordt op gelijke wijze geneutraliseerd met verticale spoelen (zgn. „depermen”). Om het effect van de behandeling te vergroten, voert men wel gedurende korte tijd een zeer grote stroomsterkte door de kabel, om daarna het zo verwekte, véél te sterke remanente veld weer te verminderen door de stroomrichting om te keren, tot het compensatieveld de vereiste sterkte heeft gekregen (zgn. „flashing”). Het veld wordt daardoor „taaier”, d.w.z. het remanent magnetisme blijft langer bestaan. De aangebrachte compensatie geldt uiteraard slechts voor één plaats op aarde (en voor wat het langsscheepse veld betreft ook voor één koers) en wordt verstoord, wanneer het schip naar een zone met sterk afwijkend aardveld vaart. Gelukkig liggen W.-Europa, Engeland en de grote havens inde V.S. alle in een zone met vrij wel gelijke aardveldcomponenten
Het degaussingstation te Rotterdam werkt volgens een wat afwijkende methode, in die zin, dat de gebruikte spoelen vast zijn opgesteld, terwijl het schip daar langzaam doorheen beweegt. De installatie bestaat daartoe uit twee lange steigers, die twee spoelen dragen, een horizontale voor behandeling van de permanente verticale component en een scheefstaande welke het aardveld compenseert. Het kanaal tussen de steigers wordt overbrugd door een toren, die de verticale spoel draagt, welke (behalve voor het „depermen”) nog gebruikt wordt om (tijdens de „wiping” met de horizontale spoel) het staal beter vatbaar te maken voor de behandeling. Hiertoe zendt men door de torenspoel gelijkstroom, die met geringe frequentie regelmatig van richting verandert en zo de elementairmagneetjes in het scheepsstaal a.h.w. losschudt.