(1) heilige weduwe, die de St Georgiuskerk te Amay-bij-Dinant gesticht heeft. Zij blijkt vernoemd te zijn in het in 634 opgemaakte testament van de diaken van Verdun, Adalgisel of Grimo (W.
Lewison, Das Testament des Diakons Adalgisel-Grimo, in Trierer Ztschr., VII, 1932, 69, 81, 85). Zij stierf te Amay ca 600 en werd in haar kerk begraven. Volgens de legende was zij de dochter van een koning van Gallië, hertogin van Aquitanië, moeder van St Arnoldus van Metz, tante van St Hubertus (gest. 705) enz. Haar feestdag is 23 Oct.Lit.: E. de Moreau, Hist. de l’Eglise en Belgique, I (1940), 197.
(2), maagd, van Ierse afkomst volgens de legende, zou te Luik bij het graf van de fr. Lambertus het gezicht teruggekregen hebben, waarna zij in haar land zou teruggekeerd zijn, waar zij weigerde te huwen en de vlucht nam. Zij ging eerst naar Rome en vestigde zich daarna in Taxandrië, te Rode (Oedenrode, in het N. van Belgisch-Brabant) waar zij in de 7de (?) eeuw overleed. Haar feestdag is 3 of 5 Nov. Legendarische levensbeschrijving in de Acta Sanctorum Belgii, VI, 587 vlg. (Brussel 1789).
Lit.: A. van der Essen, Etude crit. et litt. sur les Vitae des saints mérovingiens de l’anc. Belgique (Louvain - Paris 1907); H. Vermeulen, Nog iets over Sinte Ode en Oedenrode, in Ons Geestelijk Erf, VIII (1934), 290-309; E. de Moreau, Hist. de l’Eglise en Belgique, 12 (1940), 195.