Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

OCEANIE

betekenis & definitie

is de naam, waarmede of al de eilandengroepen van de Grote Oceaan worden samengevat, óf alleen die welke zich van de Palaueilanden in het W. tot aan de Galapagos- en de aan Chili behorende eilanden in het O., van de Beringstraat tot 66½° Z.Br. uitstrekken, dus over een oppervlakte van 177 millioen km2, terwijl zij te zamen slechts 1½millioen km2 land (waarvan 1,1i millioen km2 alleen voor Nieuw-Guinea en Nieuw-Zeeland gezamenlijk) beslaan en (in 1930) ca 3½millioen bewoners tellen. Men onderscheidt onder deze eilanden o.a., naar de bewoners, Melanesië, Polynesïë, Micronesië en Nieuw-Zeeland. Tegenwoordig wordt de naam Oceanië ook gebezigd voor het gehele eilandengebied van de Grote Oceaan, met inbegrip van Australië.

Natuurlijke gesteldheid

Met uitzondering van de koraaleilanden en die welke aan vulkanische uitbarstingen hun ontstaan te danken hebben, worden de eilanden van Oceanië wel beschouwd als resten van een verdwenen vasteland. Graniet, glimmerlei, steenkolen, trias, krijt en tertiaire gesteenten overwegen op Nieuw-Zeeland, in Nieuw-Caledonië en op Nieuw-Guinea, waar ook veel vulkanische vormingen voorkomen; de overige Melanesische eilanden zijn vnl. van vulkanische oorsprong. De Micronesische en Polynesische eilanden bestaan uit hoge, vulkanische en lage, door koraaldiertjes gevormde, eilanden; alleen op de Palau-eilanden, op de Carolinen en de Marquesas-eilanden vindt men graniet, gneis of glimmer. Ook de verspreid liggende eilanden zijn vulkanisch, vooral de Hawaiï-eilanden. De bodem is steeds in beweging, hetgeen o.m. blijkt uit het langzamerhand verdwijnen of ontstaan van eilanden en atollen.

Het W. van Oceanië wordt, wat het klimaat betreft, in het N. door de Z.W.-moesson van Zuid-Azië beheerst, in het Z. door de N.W.-moesson van Australië; het overige, oostelijke gedeelte staat onder de invloed van de N.O.- of van de Z.O.passaat, al naar gelang de eilanden op het Noordelijk of op het Zuidelijk Halfrond gelegen zijn. Op de westelijke helft van de Grote Oceaan treden gemiddeld 130, vaak verwoestende wervelwinden per jaar op. De temperatuurschommeling is gering en de neerslag toont grote verschillen. Op de bergachtige eilanden is het aan de passaat gelegen gedeelte, de regenzijde, met weelderige vegetatie bedekt, terwijl het afgekeerde gedeelte droog en woest is. Sommige eilanden, bij Zuid-Amerika, zijn regenarm en daarom rijk aan guano.

Staatkundige toestand

Van het gehele gebied van Oceanië bezitten nog slechts de Santa Cruzeilanden inboorlingen als vorsten. Spanje en Nederland hebben hier voor enkele eeuwen bezittingen verworven, de Engelsen pas sedert het begin van de 19de eeuw, de Fransen spoedig daarna en de V.S. en Duitsland eerst in de latere tijd.

De Duitse bezittingen ten N. van de evenaar werden in 1920 Japans mandaatgebied; die ten Z. er van kwamen onder mandaat van het Britse Rijk en wel: Nauru (Naoeroe) beurtelings Brits, Australisch en Nieuwzeelands; Noord-NieuwGuinea met de Bismarck-archipel onder Australië en de westelijke Samoa-eilanden onder Nieuw-Zeeland. Thans is dan de verdeling in eilandengroepen in hoofdzaak als volgt: de Fidzji-eilanden met 278 000 inwoners, de Gilbert- en Ellice-eilanden met 35 000 inwoners en enkele kleine eilanden in Polynesië zijn Britse koloniën. De Tonga- eilanden met 45 000 inw. zijn een Brits protectoraat, de Nieuwe Hebriden met 49 000 inw. een Brits-Frans condominium. Nauru staat nu onder voogdijschap van de bovengenoemde drie mogendheden en telt 3000 inw. Tot Nieuw-Zeeland behoren de Cook-eilanden met 15 000 inw. en dit land heeft de voogdijschap over West-Samoa (73 000 inw.). De Bismarckarchipel (145000 inw.) staat onder Australische voogdijschap.

Hawaiï telt 544 000 inw. en is een territorium van de V.S. die de voogdijschap uitoefenen over de Marianen, Carolinen en Marshall-eilanden (samen ca 85 000 inw.). Guam met 24 000 inw. en Oost-Samoa met 19 000 inw. zijn koloniën van de V.S. Nieuw-Caledonië (61 000 inw.) en ettelijke eilandengroepen in Polynesië (o.a. de Marquesas-, de Toeamotoe-, en de Gezelschapseilanden) met samen 56 000 inw. zijn Franse koloniën.

Economische betekenis.

Mineralen vindt men tot heden slechts noemenswaard op de beide grote eilanden en op Fidzji-, Salomonseilanden en vooral op Nieuw-Caledonië; verder zijn er belangrijke phosphaatlagen. Die op Nauru, Oceanen Christmas-eilanden worden ontgonnen. De voornaamste producten van landbouw en visserij zijn copra, katoen, suiker, koffie, vruchten, parelmoer, parels en tripang. Oceanië wordt doorsneden door een aantal stoomvaartlijnen, vooral tussen Noord-Amerika en Oost-Azië, Australië en Nieuw-Zeeland met als knooppunt Honoloeloe. De belangrijkste luchtvaartlijnen zijn die van de U.S.A. via Hawaiï, Midway, Wake en Guam naar Oost-Azië, met van Hawaiï aftakkingen naar Suva, Nouméa, Sydney en Auckland. Ook de lijn Seattle-Alaska-Japan is belangrijk.

A. C. W. KOREVAAR

Lit. W. Geisler, Australien und Ozeanien (1939); P. Privat Deschanel, Océanie (Géogr. Universelle, dl X, 1930); Geography of the Pacific, ed. Otis W.

Freeman (1951); Warren S. Thompson, Population and Peace in the Pacific (1946): Pacific Islands Handbook (1945). W, H. Hobbs, Fortress Islands of the Pacific. Their Geography and Strategie Importance (1945).

Geschiedenis.

De prae historie van het complex eilanden in de Stille Zuidzee — Melanesië, Micronesië, Polynesië en waartoe tegenwoordig ook Australië en Nieuw-Zeeland worden gerekend — is grotendeels onbekend.

Het is waarschijnlijk, dat in het palaeolithicum de dragers van de cultuur uit het vasteland van Z.O.-Azië zich over de Indische Archipel, Nieuw-Guinea en Australië en de eilanden Oceanië hebben verspreid. Deze bevolking maakte plaats voor een nieuwe stroom van volken uit Azië; zij werd ten dele vernietigd, voor een ander deel verjaagd of in het nieuwe stamverband opgenomen. In het eerste millennium v. Chr. begon de werkelijke zeevaart zich te ontwikkelen, de eerste lange zeetochten in Micronesië en Polynesië werden ondernomen en ook de verste eilanden bevolkt.

In de 3de eeuw n. Chr. werd in de Wei-tsji annalen aangetekend dat de eilanden in de Stille Zuidzee zich over een afstand van meer dan 5000 mijl uitstrekten. Een jaar was er voor nodig om het verst gelegen eiland te bereiken. De Arabieren drongen reeds omstreeks de 9de eeuw het Zuidzeegebied binnen en onderhielden generaties lang verbinding met de door hen in Oceanië gevestigde nederzettingen. Sporen van Islamietische godsdienst konden op het eiland Jap, de Nieuwe Hebriden en in menig ander deel van Oceanië worden aangetoond. Ook de spraak der Micronesiërs verraadt een Arabische invloed.

Het centrum van de Arabische werkzaamheid moet waarschijnlijk Ponape in Micronesië zijn geweest. Enige eeuwen vóór Edrisi’s wereldkaart, de Charta Rogeriana, verscheen (1154), was de geograaf Masudi het bestaan van de Zuidzee-eilanden bekend: hij deelt in zijn geschriften mede, dat er ongeveer 1900 eilanden zijn; het snelste zeilschip was niet in staat ze alle in 2 jaren te omzeilen. Naast de werken van Edrisi en Masudi verscheen een Chinees geografisch leerboek, Tsjoe-fan-tji genaamd (beschrijving van de barbaren volken), geschreven door Tsjaoejoe-koea, een Shi-po-shi (inspecteur van de zeehandel) uit Fu-kien. De Armeniër Haithon schreef ca 1250, dat er zoveel eilanden waren, dat niemand ze alle kon hebben bezocht en bijgevolg het juiste aantal ook niet was aan te geven. Marco Polo, die natuurlijk over Chinese bronnen beschikte, kwam tot 7440 stuks.

De Portugees Magalhaes (1480-1521) was de eerste Europeaan, die met zijn metgezellen om de zuidpunt van Amerika heen van uit het O. de Zuidzee-eilanden bereikte en door de archipel kruisende in 1521 de Marianen ontdekte (Ladronen). Na hem kwamen nog tientallen anderen — Spanjaarden, Nederlanders en Engelsen, die aangetrokken werden door de geheimzinnige schoonheid van dit gedeelte der wereld. Ook de Nederlanders Le Maire, Schouten en Roggeveen deden de aanval op Oceanië van uit het O.; Tasman vertrok uit Batavia. De belangrijkste van de Engelse ontdekkingsreizigers was Cook, die in 3 reizen heel Oceanië doorkruiste en grondiger waarnemingen deed.



Overzicht der Ontdekkingsreizen:


1521 Magalhaes, Portugees (1480-1521), ontdekt de Marianen. 1525 Diego da Rocha, Spanjaard, ontdekt de Carolinen.
1529 Saavedra, Spanjaard, ontdekt de Marshall-eilanden. 1542-1544 Villalobos, Spanjaard, ontdekt de Palau-eilanden en een deel van de noordkust van Nieuw-Guinea.
1567 Mendana, Spanjaard, ontdekt de Salomonseilanden.
1595 Mendana ontdekt de Markiezen-, Tokelaoe- en Santa Cruzeilanden.
1606 Quiros en Torres, Spanjaarden, ontdekken Tahiti, de Nieuwe Hebriden, de Toeamotoe-, Manihiki- en Torres-eilanden.
1616 Le Maire (1585-1616) en Schouten (1580-1625), Nederlanders, ontdekken de Bismarck-archipel.
1643 Tasman (1602-1659), Nederlander, ontdekt op zijn iste reis de Tonga- en Fidzji-eilanden.
1699-1700 Dampier, Fransman, ontdekt de Dampier-archipel en toont in 1700 aan, dat Nieuw-Brittannië een zelfstandig eiland is. 1722 Roggeveen (1659-1729), Nederlander, ontdekt de Paas- en Samoa-eilanden.
1765 Byron, Engelsman, ontdekt de Gilbert-eilanden.
1766 Wallis, Engelsman, bereikt Tahiti en enkele der Gilbert- en Marshall-eilanden.
1767 Carteret, Engelsman, vindt de Pitcaim-eilanden, de Santa Cruz- en de Admiraliteits-eilanden; vaart door de Carteretstraat in de Bismarck-archipel.
1768 De Bougainville, Fransman, bereikt de Louisiade-archipel, de Salomonseilanden, Tahiti en Nieuw-Guinea.
1768-1771 Cook, Engelsman, vaart op zijn 1ste reis om de wereld om Nieuw-Zeeland, waarvan hij door het vinden van de Cookstraat aantoont, dat het een dubbel eiland is.
1772-1775 Cook’s 2de reis om de wereld; ontdekt in 1773 de Cook-archipel (Hervey-eilanden); in 1774 Nieuw-Caledonië. 1776-1779 Cook’s 3de reis om de wereld; ontdekt 1777 de Christmas-eilanden en in 1778 de Sandwich-eilanden.
1788 Lapérouse, Fransman, verongelukt in de wateren van de Santa Cruz-eilanden.
1792-1793 D’Entrecasteaux, Fransman, onderzoekt Nieuw-Caledonië, de Tonga-, Admiraliteits-, Salomonseilanden; de Louisiade-archipel en de Bismarck-eilanden.
1797 Wilson, Engelsman, bezoekt de Gezelschaps-, Tonga-, Fidzji-, Markiezen-, Toeamotoe-eil. en de Carolinen.
1804 Morgenstern, Duitser, doorkruist de Markiezen-eilanden. 1815 Von Kotzebue en Von Chamisso, Duitsers, onderzoeken de Marshall-eilanden (Ratak- en Ralikgroep) en de Sandwicheilanden.
1821 Powell en Palmer. Engelsen, ontdekken de Nieuw-Orkneyeilanden.
1826-1829 Dumont d’Urville, Fransman, zeilt naar de Fidzjieilanden en de Marianen.
1826-1829 Lütke, Duitser, vaart om de wereld; onderzoekt de Bonin-eilanden en de Carolinen.
1831-1836 Fitzroy en Darwin, Engelsen, bestuderen op Nieuw-Zeeland, de Toeamotoe- en de Gezelschapseilanden het ontstaan van koraaleilanden.
1837-1840 Dumont d’Urville bezoekt de Toeamotoe-, Marquesas-, Fidzji- en de Salomonseilanden; ontdekt Louis Philippe-land en Adélie-land.
1839—1842 Wilkes, Engelsman, bereist de Toeamotoe-, Gezelschaps-, Tonga-, Fidzji-, Samoa- en de Sandwich-eilanden.

Van grote betekenis is op deze eilanden de copra; de stranden zijn met kokospalmen bedekt. De politieke en maritieme betekenis van Oceanië voor de machtspositie der grote mogendheden is belangrijker dan de economische. Voor de mogendheden hun invloed deden gelden was de Zending reeds op deze eilanden werkzaam en ontmoette in de begintijd veel tegenstand (korting Pomare, op Tahiti). De massabekering kwam vijftig jaar na de gewelddadige dood in 1849 van Joh. Williams, de apostel der Zuidzee. Drie factoren remden de zendingsarbeid:

1. de mededinging van andere kerken;
2. de invloed van de Franse koloniale politiek;
3. het arbeidersvraagstuk. De onwil der eilandbewoners maakte het voor de Europese plantagehouders noodzakelijk, vreemde — Aziatische — arbeiders te werk te stellen, die op de bevolking een nadelige invloed uitoefenden.
J. G. F. POLMAN

Lit.: R. Hennig, Terrae Incognitae (Leiden 1950).

< >