(occulte wetenschap). Te allen tijde hebben personen (adepten, ingewijden) of groepen (occulte scholen) beweerd, in het bezit te zijn van een hun alleen geopenbaarde of toegankelijke wetenschap, die de algemeen erkende verre tegenging.
In de Middeleeuwen meenden de jallisten, de Rozenkruisers en de Alchemisten r zulk een diepgaande kennis der goddelijke en nische geheimen te beschikken. Ook beweerden n staat te zijn wonderbaarlijke werkingen uit te nen, die als het ware de practische toepassing ner theorieën vertegenwoordigden (zgn. magie). Ie moderne tijd zijn als reactie op het materiae en hyperintellectualisme der 19de eeuw weer verschillende bewegingen ontstaan.