pseud. van William Sydney Porter, Amerikaans schrijver van korte verhalen (Greensboro, North Carolina, 11 Sept. 1862 - New York City 5 Juni 1910), was o.a. winkelbediende, cowboy en journalist en raakte in 1898 voor drie jaar in de gevangenis, beschuldigd van verduistering. In de cel ontpopte zich de schrijver.
Na zijn ontslag werd hij aangenomen door de New York World voor het leveren van één short story per week. Zijn humor is mild en begrijpend en de soms ietwat pijnlijke gezochtheid van zijn ontknopingen wordt aanvaardbaar door zijn klare, eenvoudige stijl.Bibl.: Cabbages and Kings (1904); The Four Million (1906); Heart of the West (1907); The Voice of the City (1908); Road of Destiny (1909); The complete works (New York 1928).
Lit.: C. A. Smith, O. H. (1916); C. R. Ross, Le conteur américain O.
H., diss. Strasbourg (1925); H. Noack, O. H. als Mystiker, diss. Berlin (1937); R. H.
Davis en A. B. Maurice, The Caliph of Bagdad (1931); W. W. Williams, The quiet Lodger of Irving Place (1936); E. Hudson Long, O. H., His Life and Work (Univ. of Pennsylvania Press 1949).