….(tekst ontbreekt) rijpend werk was Anna Christie (1921), een harmonieus spel over een prostituée met een hart van goud. In deze en de volgende stukken openbaarden zich echter, naast geniale aanleg en trefzekere enscenering, twee grote tekorten: O’Neill miste een geheel eigen stijl, waardoor hij vatbaar bleek voor vrijwel alle -ismen, en hij beschikte niet over een taal, groot genoeg om adaequaat te zijn aan de enorme spanningen die hij teweeg wist te brengen.
De kwaliteiten en defecten kwamen misschien het scherpst samen naar voren in Desire under the Elms (1924), een spel van demonische kracht. In de trilogie Mourning becomes Electra (1931) geeft O’Neill in navolging van Aeschylus’ Oresteia een bewerking van de Orestes-mythe, maar in een zo volmaakt modern kleed, dat zij niet alleen uitmunt als bewerking, maar tevens O’Neill’s beste werk vormt. Noch de comedie Ah, wilderness! (1933), noch Days without End (1934) bereikte dit peil. Getroffen door ernstige kwalen, trok hij zich terug, werkend aan een cyclus van negen stukken over de Amerikaanse levenswijze. Het enkele stuk dat zijn zwijgen verbrak, The leeman Cometh (1946), was een wanhopig, hevig teleurstellend spel. O’Neill is Amerika’s eerste toneelschrijver met wereldfaam; hij heeft een ongekend leven en ongehoorde kracht in de schouwburgen gebracht.
Verscheidene malen is hem de Pulitzerprijs toegekend. In 1936 verwierf hij de Nobelprijs voor letterkunde,MICHEL VAN DER PLAS
Bibl.: Thirst (1914, vijf éénacters); Bound East for Cardiff (1916); In the Zone (1917); The Long Voyage Home (1917); The Moon of the Caribbees (1918); He (1917); The Rope (1918); Where the Cross is made (1918); Gold (1921); Diff’rent (1921); The Straw (1921); The First Man (1922); The Hairy Ape (1922); Wedded (1924); The Ancient Mariner (1924); All God’s Chillun got Wings (1924); The Fountain (1925); The Great God Brown (1926; in dit spel werden maskers gebruikt); Lazarus laughed (1926); Strange Interlude (1928); Marco Millions (1928); Dynamo (1929)
Lit.: R. D. Skinner, E. O.: APoet’sQuest (1935); B. H. Clark, O. The Man and His Plays (1947); Van Wyck Brooks, The Confident Years (N.Y. 1952).