Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NUMISMATIEK

betekenis & definitie

is de wetenschap die de bestudering van munten en penningen tot taak heeft. Zij is ontstaan in de tijd der Renaissance, toen met andere overblijfselen der Oudheid antieke munten onder de aandacht der geleerden kwamen.

Vooral de munten van de Romeinse Keizertijd met sprekende portretten op de voorzijde, zinnebeeldige of aan de werkelijkheid ontleende voorstellingen op de keerzijde, gaven hun ruimschoots stof ter verklaring en illustratie van de literaire teksten. Verzamelingen werden aangelegd en fraaie beschrijvingen met afbeeldingen (o.a. die van Goltzius) zagen het licht.De Romeinse munten werden niet alleen in de eerste plaats als historische documenten gewaardeerd, zij werden ook geacht als zodanig bedoeld te zijn en als „gedenkpenningen” betiteld. Zij dienden tot voorbeeld voor „moderne gedenkpenningen” ter ere van levende vorsten en ter herinnering aan contemporaine gebeurtenissen. Ook deze werden verzameld en in fraaie uitgaven beschreven. Beroemd is de door de Académie royale des Médailles et des Inscriptions uitgegeven beschrijving van de penningen van Lodewijk XIV. In Nederland gaven Gerard van Loon en Frans van Mieris een doorlopende geschiedenis (resp. 1555—1715 en tot 1555), geïllustreerd met alle hun bekende penningen en, zo de voorstellingen daartoe aanleiding gaven, enige moderne munten.

Het einde der 18de en de eerste helft der 19de eeuw brachten nieuwe opvattingen. Door Eckhel en Mionnet werden de antieke munten niet meer als illustratiemateriaal beschouwd, maar zelfstandig bestudeerd. Zij poogden voor het eerst het gehele bekende materiaal bijeen te brengen en systematisch te ordenen.

De Romantiek betrok ook de middeleeuwse munten van het eigen land in de belangstelling. In Nederland verrichtte de Leidse hoogleraar Van der Ghijs baanbrekend werk. Veelal werden genootschappen en tijdschriften opgericht, die naast de antieke munten, de munten en penningen van het eigen land in studie namen. Langzamerhand werd nu ook het onderscheid duidelijk tussen de als betaalmiddel dienende munten ener-, en de eigenlijke penningen anderzijds.

Tegenwoordig onderscheidt men dan ook in de numismatiek allereerst twee gebieden, dat der munt- en dat der penningkunde (z munten en ook penningen). Bij de laatste, die op of vlak bij het terrein der kunstgeschiedenis ligt, staat op de voorgrond onderzoek naar maker, stijl en inhoud der voorstelling, tijd en omstandigheden van ontstaan; de prachtige penningen der Italiaanse Renaissance hebben hierbij het eerst de aandacht der kunsthistorici getrokken. Bij de studie der munten ligt de nadruk op hun economische functie, gehalte en gewicht, waarde, datering en omloopgebied; tussen die der antieke en der Middeleeuwen en van de moderne tijd blijft een historisch en methodisch gerechtvaardigde scheiding bestaan. Meer en meer heeft dit gebied der numismatiek de neiging over te gaan in algemene monetaire geschiedenis; ook andere geldvormen dan de metalen munt worden in de numismatiek betrokken.

In Nederland werd in 1893 het Kon. Ned. Genootschap voor Munt- en Penningkunde opgericht, dat een Jaarboek uitgeeft (van 1893-1914 geheten Tijdschrift voor munt- en penningkunde) en bijeenkomsten organiseert. De grootste numismatische verzameling is die van het Kon. Penningkabinet te ’s-Gravenhage. Daarnaast zijn van algemene betekenis die van het Kon. Oudheidkundig Genootschap te Amsterdam, van Teyler’s Genootschap te Haarlem, van de Rijksmunt te Utrecht en van het Friesch Genootschap te Leeuwarden: vele musea bezitten collecties van locale betekenis.

DR H. A. ENNO VAN GELDER

Lit.: E. Babelon, Traité des monnaies grecques et romaines,

1 (1901), p. 1-349 (geschiedenis van de numismatiek); F. v. Schrötter, Wörterbuch der Münzkunde (1930); H. Gebhardt, Numismatik u. Geldgeschichte (Bruxelles 1945, 1949); V. Tourneur,Initiation k la N. (Coll.Lebègue). Buitenlandse tijdschriften: Numismatic Chronicle (London, sinds 1839); Revue de numismatique (Paris, sinds 1836); Numismatische Zeitschr. (Wien, sinds 1869); Schweiz, numismatische Rundschau (Genève, sinds 1892).

< >