Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NIMBUS

betekenis & definitie

(1), de vroegere naam van een regenwolk (z nimbostratus en cumulonimbus).

(2, Lat. voor: wolk) is sedert het midden van de 4de eeuw in de Chr. iconografie het gouden of lichtgekleurde vlak, dat bij vooraanstaande personen achter het hoofd geplaatst schijnt te zijn. Het stempelt hen tot een figuur, die tot een hogere orde behoort, terwijl de goudkleur duidt op de bovennatuurlijke verheerlijking in de hemelse glorie. Het eerst werd Christus, in Zijn hoedanigheid van wetgever en rechter, hiermee onderscheiden.

Men plaatste dan binnen de cirkelvormige schijf en meestal boven Zijn hoofd het Christusmonogram of een kruis; dit laatste verdrong op den duur het monogram en werd daarbij zo groot, dat de armen de omgrenzing van het cirkelvlak raakten. Deze crucifere nimbus werd het specifieke onderscheidingsteken van de Christusfiguur en zou dat door de gehele ontwikkeling der Christelijke iconografie blijven. Sinds de 5de eeuw dragen ook de engelen een nimbus, waarna Maria en vervolgens de martelaren en heiligen volgden. Van de 6de eeuw af werd hij voor deze laatsten dan ook regel. Van de 6de tot de 12de eeuw af werden levende personen, als pausen en vorsten, wel met een vierkante nimbus onderscheiden. Aan het einde van de Middeleeuwen werd de verrader Judas soms, in tegenstelling tot de overige apostelen, met een zwarte nimbus gekenmerkt. Geleidelijk aan ging in diezelfde tijd de nimbus, die tot dan toe een gouden of gekleurd cirkelvlak was, over in een cirkel zonder vulling.

De Italiaanse Renaissance uitte haar liefde voor plastische vormgeving in de schilderkunst ook in de weergave van de nimbus als een platte schijf op de kruin van het hoofd. Deze wordt dus in het verkort gezien en herhaaldeïijk ziet men het achterhoofd in deze schijf weerspiegelen. De late (zgn. „hoge”) Renaissance vervangt deze schijf dikwijls door een lichtende cirkel die los van het hoofd boven de kruin zweeft. Dürer geeft de nimbus van Christus dikwijls aan door kruisvormige stralen rondom het hoofd. De barok vervangt de nimbus in veel gevallen door een vervloeiende lichtschijn.

Lit.: A. Krücke, Der Nimbus (Strassburg 1905); K. Künstle. Ikonographie der christl. Kunst (Freiburg i. Br. 1928).

< >