Gelderse gemeente van 6384 ha met (1951) 13 570 inw., van wie (1947) 91 pct Prot., 7 pct R.K. en 2 pct andersdenkenden, wordt noordelijk begrensd door het IJselmeer, verder door de gemeenten Bunschoten, Hoogland, Hoevelaken, Barneveld en Putten. Er is toenemende nijverheid (houtbewerking, cacao, tabak, metaal, zuivel, drukkerij, uitgeverij), ambachts- en huishoudonderwijs.
De haven is door een kanaal met het IJselmeer verbonden; beurtvaarten worden onderhouden op Amsterdam, Rotterdam en Zaanstreek. Tot de gemeente behoren: de stad Nijkerk (7000 inw.), het dorp Nijkerkerveen (3000 inw.) en de buurtschappen Achterhoek, Appel, Holk, Holkerveen, Prinsenkamp en Slichtenhorst. Op de zand- en kleibodem is akkerbouw en veeteelt.De stad Nijkerk (met fraaie oude kerk) ontving in 1413 stedelijke rechten en was herhaaldelijk het middelpunt van strijd tussen de beide staatjes Utrecht (Holland) en Gelre. Vooral in de 18de eeuw bloeide de tabaksteelt. In de toren der Ned. Herv. Kerk bevindt zich een fraai klokkenspel.
Lit.: G. J. van den Berg en P. F. v. d. Berg-Brouwer, Sociografie v. N. (1949).