een gemeente in de provincie Gelderland, 17601 ha groot, had (1940) 15942 inw. (1946: 18 711, i Jan. 1947: 18 900), ligt gedeeltelijk op de VeJuwe, gedeeltelijk in de Gelder sche Vallei en wordt doorsneden door de Groote Barneveldsche beek, de Kleine Barneveldsche beek, de Esvelderbeek, de Modderbeek, die samen bij Amersfoort de Eem vormen. De bodem bestaat uit plistoceen zand.
De gemeente bestaat voorongeveer 56 pet uit cultuurgrond, vnl. in de Geldersche vallei gelegen, waarvan */6 weiland. De landbouwbedrijven dragen een gemengd karakter en kenmerken zich verder door een uitgebreide pluimveestapel (kippen). De nijverheid is van ondergeschikte betekenis en omvat o.m. de fabricage van lederwaren, rijwielonderdelen en diverse andere kleinere bedrijven, zoals kistenfabriek, cartonnagefabriek enz. in verband staande met de pluimveehouderij. De bevolking is overwegend Protestant (1930: 6,3 pet R.K. en 9,4 pet onkerkelijken) en woont behalve in de dorpen Barneveld (1940: ongeveer 6000 inw.), Voorthuizen (ongeveer 3000 inw.), Garderen (1000 inw.) en Kootwijk, vooral in verspreide hoeven, die soms tot losse buurten zijn verenigd (Esveld, Stroe, Garderbroek, Zeumeren, enz.).Het dorp Barneveld is naast winkelplaats het centrum voor de handel in eieren en kippen (aanvoer eiermarkt 1939: ito millioen stuks) en heeft enige grote machinale broedinrichtingen, waaronder met een capaciteit van meer dan 100 000 eieren per drie weken. Het ligt aan de spoorweg Amersfoort-Ede-Arnhem. „De Schaffelaar” is een fraaie havezathe. In de geschiedenis is Barneveld bekend door de zelfopoffering van Jan van Schaffelaar, die in 1482 van de torentrans zou zijn gesprongen om zijn krijgsmakkers te redden.
Te Barneveld bevindt zich het Veluws Museum „Nairac”, in 1850-1900 tot stand gebracht door den burgemeester mr C. A. Nairac en den gemeentebode H. Bouwheer; bevattende vooral praehistorica uit Barneveld en omgeving.
Barneveld werd in Wereldoorlog II op 12 Mei 1940 door de Nederlandse vèrdragende artillerie van het 4de legerkorps beschoten, toen daar Duitse verkenningstroepen werden gemeld. Op 17 Apr. 1945 werd het dorp door de Canadezen bevrijd, als onderdeel van de afsnijdingsmanoeuvre, die de Geallieerden op de Veluwe t.o.v. de Duitse IJselverdediging voerden. Na de verovering van Arnhem trok een geallieerde colonne dwars over de Veluwe van Arnhem naar het N.W. en bereikte via Otterloo, Harskamp, Voorthuizen, Putten, het IJselmeer nabij Nijkerk, waarbij alle Duitse eenheden aan de IJsel waren afgesneden. Bij deze stoot werd ook Barneveld bevrijd.
Tijdens de Duitse bezetting was in het dorp een verblijfplaats ingericht voor min of meer beschermde Joden.