Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NICOTINE

betekenis & definitie

CI0HI4,N2, is (nevens nicoteïne, nicotimine, nicotelline) het vergiftige alkaloïd van de tabak (Nicotiana). Het is een pyridine-pyrrolidinederivaat.

Nicotine is linksdraaiend; het is, in zuivere toestand, een kleurloze vloeistof, die bij 246 gr. C. kookt. Bij oxydatie levert het nicotinezuur. Het is zeer vergiftig. Het rechtsdraaiende, uit het racemische nicotine bereide nicotine is minder giftig dan het natuurlijke, linksdraaiende. Gemiddeld bevat de tabak o,6-0,8 pct nicotine; de goede soorten bevatten meestal minder dan de slechte.Nicotine wordt o.a. gebruikt als insecticide; door onvoorzichtigheid heeft het herhaaldelijk tot, zelfs dodelijke, vergiftigingen aanleiding gegeven.

Nicotinezuur

𝛽-pyridinecarbonzuur (𝛼-pyridinecarbonzuur is picolinezuur en y-pyridinecarbonzuur is isonicotinezuur), sm.pt 229 gr. C., een kristallijne in water oplosbare verbinding, die reeds in 1867 bereid is door oxydatie van nicotine. In 1937 is door Elvehjem gevonden, dat het (of zijn zuuramide, het nicotinezuuramide) een noodzakelijk bestanddeel van ons voedsel is, waarvan wij per dag 12-23mg nodig hebben. Gebrek hieraan is een van de oorzaken van het optreden van de ziekte pellagra. Het wordt in de lever bewaard en uitgescheiden in de vorm van het betaine trigonelline of van de verbinding met glycocol nicotinurinezuur. Coramine (N.N.-diaethyl nicotinezuuramide) is ook werkzaam tegen pellagra.

Nicotinevergiftlging.

Acute vergiftiging door nicotine treedt dikwijls bij een eerste gebruik van tabak op en is dan ook vrij algemeen bekend. Het sproeien van aftreksels van tabak en van de tegenwoordig nog meer gebruikelijke nicotine-oplossingen als insectendodend middel, vooral in het tuinbouwbedrijf, heeft herhaaldelijk slachtoffers gemaakt onder de arbeiders, die dit werk uitvoeren. Onvoldoende wassen van op genoemde wijze behandelde groenten of vruchten kan eveneens tot vergiftigingsverschijnselen leiden. Chronische vergiftigingen komen voor als gevolg van overmatig roken; ook door de tabaksrook die in een vertrek blijft hangen kunnen gevoelige personen onwel worden. Gezien het feit, dat het roken op zeer uitgebreide schaal plaatsvindt, is deze vergiftiging vooral in een lichte vorm zeer veel voorkomend (chronische bronchitis).

De verschijnselen van de acute vergiftiging zijn gekenmerkt door een zich onwel voelen, bleekheid, sterk zweten, speekselvloed, duizeligheid, misselijkheid, diarrhee en eventueel braken. De pols klopt eerst langzaam, vervolgens sneller. Deze toestand duurt in de regel 1-2 uur. Het is overigens twijfelachtig of een acute vergiftiging bij rokers uitsluitend door nicotine veroorzaakt wordt; de rook bevat ook andere vergiftige stoffen zoals koolmonoxyde en de zgn. pyridinebasen.

De chronische vergiftiging is vooral gekenmerkt door nervositeit, onrustige stemming en stemmingswisselingen, voorts hoofdpijn en duizeligheid, terwijl soms de eetlust afneemt. Karakteristiek zijn de onaangename gevoelens van de kant van het hart en de bloedvaten, zoals hartslagen, die buiten het normale rhythme vallen, pijn of druk in de hartstreek en vaatkrampen.

De verschijnselen van een acute en chronische vergiftiging treden sneller op bij het gebruik van zgn. „zware” tabak. Merkwaardigerwijze wordt het „zwaar” of „licht” zijn van tabak niet direct bepaald door het nicotinegehalte. Van groter belang is de wijze waarop de tabak verbrand wordt, die bepalend is voor de hoeveelheid nicotine die het menselijk lichaam bereikt.

Op grond van statistische gegevens lijkt het waarschijnlijk, dat kanker op de lip en op de long meer voorkomt bij rokers dan bij niet-rokers. In hoeverre het roken hier een primair oorzakelijke factor is, is nog in discussie.

De behandeling van overmatig roken bestaat voornamelijk uit het geheel verbieden daarvan. De meeste rokers geven de voorkeur aan een plotselinge totale onthouding boven een trapsgewijze vermindering.

PROF. DR A. TH. KNOPPERS

Lit.: Stimulanser, Nydelsesmidler og Rusgifte, red. K. O. Maller (Kobnhavn 1945), Duitse vert: Rauschgifte u. Genussmittel (Basel 1951), Nederl. vert.: Stimulantia, genotmiddelen en narcotica (’s-Gravenhage 1951).

< >