(Grieks: Leukosia of Levkosia), oude vesting en hoofdstad van het eiland Cyprus, gelegen in de vlakte aan de noordkust, telt (1949) 37 700 inw. meest van Turkse afkomst. De stad is de zetel van een Grieks-Orthodoxe aartsbisschop en van een Britse gouverneur.
Textiel en leer zijn de voornaamste industrieproducten. Er zijn nog enige tomben, die er op wijzen, dat reeds 3000 v. Chr. op deze plaats een vestiging moet zijn geweest. Verschillende kruisvaarders hebben de stad op hun doortocht voor kortere of langere tijd bezocht; op het eind van de 15de eeuw telde zij 250 kerken en 50 000 inw. In de eerste helft van de 16de eeuw werd de stad door Venetië bezet en versterkt tegen eventuele Turkse aanvallen. Uit deze periode stammen nog enkele bouwwerken, w.o. een Venetiaanse triomfzuil en de Famagusta-poort.
In 1570 werd de stad door de Turken veroverd; daarbij werden 20 000 Christenen in de straten afgeslacht. De Turkse overheersing duurde tot 1878, toen de Britten het eiland bezetten. De Turken hebben talrijke moskeeën gebouwd of hiertoe kathedralen omgebouwd, o.m. de St Sophia (13de eeuw).
