grootvorst, Russisch legeraanvoerder (St Petersburg 6 (18) Nov. 1856 - Antibes 8 Jan. 1929), was een oom van tsaar Nicolaas II. Hij maakte de Russisch-Turkse oorlog van 1877-1878 mee als officier van de generale staf en was sinds 1906 militair commandant van St Petersburg.
Hij was in 1914 commandant der keizerlijke Garde en aangewezen opperbevelhebber voor een toekomstige oorlog. Als zodanig leidde hij de operatiën, aanvangend met het offensief tegen Galicië en Oost-Pruisen; vooral dit laatste was enigszins overhaast ingezet, met het oog op de gebeurtenissen in Frankrijk. Het gevolg was een débâcle en de herhaling in 1915 liep eveneens op een mislukking uit. Toen dit jaar de ontruiming van Polen meebracht, werd hij op 1 Sept, afgezet en tot landvoogd in de Kaukasus benoemd. Toch heeft hij bij het voortdurend terugwijken in Polen een vernietiging door omvatting steeds met talent weten te voorkomen. Tegen het tweemanschap Hindenburg-Ludendorff was hij niet opgewassen. Na de revolutie trok hij zich terug in de Krim en later in Frankrijk.Lit.: V. A. Suchomlinov. Grossfürst N.N. Aus d. Russ. v.
M. Busch (Berlin 1922); J. Danilov, Großfürst N.N. Sein Leben u. Werken. Aus d.
Russ. Hs. übersetzt v. R. v. Campenhausen (Berlin 1930).
