plantenfamilie uit de orde der Primulinen met ca 1000 soorten in de tropen en subtropen, houtgewassen met verspreide, vaak altijdgroene, ongedeelde bladeren zonder steunblaadjes, meest met schizogene harsholten, van de Primulaceeën behalve in habitus verschillend door een bes of steenvrucht.
Van de geslachten noemen wij: Myrsine Sw., met 4 soorten in de Oude Wereld, waarvan M. africana L., een heester met blauwe bessen van de Kaap, het bekendst is; Ardisia Sw., met niet minder dan 240 soorten; Embelia Burm., met 60 palaeotropische soorten, meest klimmende heesters met tot pluimen verenigde bloemen, zoals de op Java voorkomende E. Ribes Burm., wier 1-zadige steenvrucht gegeten wordt; en Aegiceras Gaertn., met 2 soorten,waarvan A. corniculaium (L.) Blanco (syn. majus Gaertn.) een bekende mangroveplant van de Maleise archipel is, met uit de vrucht te voorschijn groeiend embryo.
