Russisch schrijver (Achtyrka, gouv. Charkow 17 Sept. 1878 - Warschau 3 Mrt 1927), debuteerde met een verhaal uit het kinderleven, Pasja Toemanow, waarin de angsten van een gymnasiast voor het aanstaand examen worden geschilderd.
Hij werd vooral beroemd door de roman Sanin, waarin hij zich verdiept in de sexuele complexen van de hoofdpersoon. Ook de weerslag van de revolutie van 1905 is in sommige van zijn werken te bespeuren, o.a. in het verhaal Odin djen (Eén dag), waarin de gebeurtenissen van de 9de Jan. 1905 — de ,,bloedige Zondag” — worden geschilderd. Het pessimisme neemt in de latere werken van Artsybasjew nog sterker vormen aan, en komt vooral uit in zijn roman Oe posljedneï tsjerti (Bij de laatste streep) waar de hoofdpersoon Naoemow ergens het woord uitspreekt: „Ik zeg jullie, wat jullie eens en voorgoed moeten begrijpen, noch de revolutie, noch het kapitalisme, noch het socialisme kan den mens gelukkig maken, hij is tot eeuwig lijden veroordeeld.” Kort na het uitbreken van de bolsjewistische revolutie verliet Artsybasjew Rusland.Lit.: A. Luther, Gesch. d. russ. Lit. (1924); E. Lo Gatto, Storia della letteratura russa (Roma 1929).