Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Max FRIEDLÄNDER

betekenis & definitie

(zich noemend Max J.), Duits kunsthistoricus (Berlijn 5 Juni 1867), studeerde in München, Leipzig en Florence en promoveerde in 1891 te Leipzig op een dissertatie over Albrecht Altdorfer. In 1896 werd hij als assistent verbonden aan de Koninklijke Musea te Berlijn, in 1904 werd hij onder-directeur van de schilderijen-afdeling aldaar en in 1907 volgde zijn benoeming tot directeur van het Kupferstichkabinett.

Aan het Kaiser Friedrich-museum volgde hij in 1929 Wilhelm von Bode als directeur op, welke functie hij tot 1933 bekleed heeft. In 1939 verliet Dr Friedländer zijn vaderland en vestigde zich in Nederland, eerst te ’s-Gravenhage, later, sedert 1943, te Amsterdam. In Nederland werd hem in 1947 een eredoctoraat verleend aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Dr M.

J. Friedländer geldt als de grootste kenner op het gebied der Oudnederlandse kunst. Zijn publicaties zijn niet alleen wetenschappelijke standaardwerken, maar zij munten ook uit door taal en zeggingskracht en door tal van kernachtig geformuleerde, fijne opmerkingen.Bibl.: Een volledige opgave van de geschriften van Dr Max J. Friedländer in: Verzeichnis der Schriften Max J. Fr.s, zusammengestellt von Leo Blumenreich (Berlin 1927) en als vervolg: Verzeichnis der Schriften von Max J. Fr. erschienen zwischen 1927 und 1942, zusammengestellt von H.

A. Tels (’s-Gravenhage 1942). Hieronder volgen alleen de voornaamste publicaties, ook die van na 1942: Meisterwerke der niederländischen Malerei auf der Ausstellung zu Brügge 1902 (Repertorium f. Kunstwissenschaft, München 1904); Von Eyck bis Brueghel (Berlin 1916); Alt-Niederländische Malerei (14 dln, Berlin-Leiden 1927-1938, Fr.’s meesterwerk) ; Kunst und Kennerschaft (in vert.

Art and Connoisseurship, Oxford 1941), in oorspronkelijke tekst Oxford-Zürich 1946; Essays über Landschaftsmalerei und andere Bildgattungen (’s-Gravenhage 1948); Hans Memlinc (Paletserie, Amsterdam 1949).

Lit.: Aan M. J. F. 1867-1942 aangeboden door enkele vrienden en bewonderaars van zijn werk (’s-Gravenhage 1942).

< >