Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Mateo aleman

betekenis & definitie

Spaans romanschrijver (Sevilla 28 (?) Sept. 1547-Mexico 1614?), was de zoon van een gevangenisdokter, studeerde aanvankelijk medicijnen in zijn vaderstad, daarna te Salamanca en te Alcala de Henares. Zijn leven was rijk aan wisselvalligheden.

In 1580 kwam hij wegens schulden in de gevangenis. Twee jaar later was hij te Madrid. Steeds arm, werd hij meer dan eens tot gevangenisstraf veroordeeld. In 1608 emigreerde hij eindelijk naar Mexico, waar hij in armoedige omstandigheden stierf. Als Cervantes’ leven doet denken aan Ibsen’s „Brand”, dan brengt dat van Aleman „Peer Gynt” in herinnering. Behalve enkele werken van minder betekenis, schreef hij Guzmán de Alfarache, in zijn tijd kortweg El Picaro genoemd, waarvan het eerste deel in 1599 te Madrid verscheen. Het was de eerste schelmenroman na de Lazarillo de Tormes. De strijd van Philips II was weinig gunstig geweest voor de verdere ontwikkeling van het genre. Het succes van het boek was zeer groot. De auteur werd op slag een beroemd man. In de tijd van vijf jaar zagen meer dan twintig uitgaven het licht. En eveneens in het buitenland werd het werk veel gelezen en vertaald (ook in het Nederlands), ondanks het moraliserende element, het pessimisme, de vele uitweidingen en de deugdzame vermaningen, die den modernen lezer niet altijd meer vermogen te boeien. Evenals in de Quijote zijn er in de Guzmán enkele verhalen ingelast die buiten de handeling staan, zoals de moorse episode van Ozmin en Daraja. Gelijk Cervantes’ Quijote kreeg de Guzmán een vals vervolg. Deze apocriefe Segunda Parte werd gepubliceerd in 1602 door een zekeren Mateo Lujan de Sayavedra, waarschijnlijk een pseudoniem van den Valenciaansen advocaat Juan José Marté. In het authentieke vervolg, in 1604 te Lissabon verschenen, nam Aleman het gebeurde vrij gelaten op, veel minder hartstochtelijk althans dan Cervantes het geval van Avellaneda. Guzmán de Alfarache is in de vorm van een autobiografie geschreven. Guzmán beleeft op zijn vele zwerftochten en in zijn dienstbetrekkingen talloze avonturen, en hij schildert de zeer uiteenlopende milieu’s waarin hij verkeert, met een sterk caricaturale inslag. De toon van het werk is vaak bitter, de stijl sober en waardig, als taalmonument is het een model voor zijn generatie.De beste moderne uitgave is die van S. Gili Gaya, 5 dln, in de reeks „Clasicos Castellanos” (Madrid 1926-1936), met inleiding.

PROF. DR C. F. A. VAN DAM

Bibl.: R. Foulché-Delbosc, Bibliographie de M.A., in: Revue Hispanique, XLII (1918).

Lit.: F. Rodriguez Marin, Vida de M. A. (1907); J. Hazanas y la Rúa, M. A. y sus obras (1892).

< >