markies, Frans geleerde en politicus (Ribemont bij St Quentin 17 Sept. 1743 - Clamar bij Bourg-la-Reine 29 Mrt 1794). Zijn Essai sur le calcul intégral, gevolgd door zijn Mémoire sur le problème des trois corps en door zijn Essais d'analyse, bezorgde hem in 1769 een zetel in de Franse Academie van Wetenschappen, terwijl zijn Eloges des académiciens morts avant 1699 bewerkten, dat hij in 1777 tot secretaris der Academie benoemd werd.
Door d’Alembert werd hij medewerker aan de „Encyclopédie”. In 1791 door Parijs in de Wetgevende Vergadering afgevaardigd, stelde hij in opdracht daarvan een concept-systeem van nationale opvoeding samen met de volgende kerndenkbeelden: onderwijs voor iedereen, onderwijs vrij van alle godsdienstige en politieke beïnvloedingen, voortgezet onderwijs voor volwassenen, benoeming der onderwijzers van de eerste twee trappen van het onderwijs door de leden der onderwijsinrichtingen van een hogere trap, gemeentebesturen en ouders; ook weer door een soortgelijke samenwerking zouden de leraren en hoogleraren gekozen worden. Dat alles om de individuele vrijheid van de onderwijzer en de onbeperkte vrijheid van de levende wetenschap te waarborgen.Ofschoon pacifist en tegenstander van de propagandaoorlog, moest Condorcet toch aanzien, dat zijn geestverwanten uit zijn Projet d'une exposition des motifs, die hij voor de Législative opstelde, de beweegredenen putten, waarom aan Oostenrijk de oorlog verklaard werd. Het dep. Aisne verkoos hem in de Nationale Conventie. Hij behoorde er tot de Girondijnen en stelde een Ontwerp-Grondwet samen, die, 15 Febr. 1793 ingediend, na stormachtige debatten, ten gunste van het ontwerp-Hérault de Séchelles werd verworpen.
Een van de kenmerken van het ontwerp-Condorcet is, dat de ministers direct door het volk zullen worden gekozen. Ook nam de Bergpartij niet Condorcet’s systeem van grote gemeenten over. Condorcet’s ontwerp huldigde het systeem van volkscensuur over alle daden der vertegenwoordigers en werd na de val der Girondijnen door de Conventie wel overgenomen, maar onmiddellijk buiten werking gesteld. Op 3 Oct. 1793 in staat van beschuldiging gesteld, werd hij acht maanden verborgen door zijn vriendin, madame Vernet, in welke tijd hij zijn merkwaardig boekje schreef Esquisse d’un tableau historique des progrès de l’esprit humain, waarin hij het optimistische 18de eeuwse rationalisme door alles heen trouw bleef.
De mens was van nature goed en zou door ontwikkeling van zijn rede de volmaaktheid kunnen bereiken. De geschiedenis was de langzame vooruitgang van de menselijke vrijheid. De revolutie was de bekroning der geschiedenis. Zij was nog lang niet afgelopen en zou tot de volmaaktheid leiden.
Belangenconflicten tussen groepen en naties zouden verdwijnen. In het voorjaar van 1794 vernam hij uit de dagbladen, dat ook zij, die veroordeelden in huis verborgen, bedreigd werden. Nu verliet hij Parijs, maar werd herkend en in de kerker geworpen, waar hij zich door vergif om het leven bracht.
DR J. s. BARTSTRA
Bibl.: o.a. Vie de Turgot (1786); Vie de Voltaire (1787). Het Tableau historique is opnieuw voortreffelijk uitgeg. door H. O.
Prior in 1933. Zijn verzamelde werken zijn door Garat en Cabanis (21 dln, 1804) en later door Arago en Condorcet-O'Connor (12 dln, 1847-1849) uitgegeven.
Lit.: Allengry, Condorcet (1904); L. Cohen, G. et la Révolution Française (1904); J. K. Niedlich, C.’s ,.Esquisse d’un tableau historique” und seine Stellung in der Geschichtsphilosophie (1907); S.
Krynska, Entwicklung und Fortschritt nach C. (Bern 1908); Dora Wagner, G. als Paedagog (1920); H. Delsaux, G. journaliste 1790-1794 (1931); James G. Frazer, C. and the Idea of Progress of the Human Mind 1,1933) ; J. Salwyn Schapiro, G. and the Rise of Liberalism (1934); John M.
Allison, G., a forgotten Historian, in: Essays in Honor of Albert Feuillerat (1943), blz. 183 v.v.; Alex. Koyré, G. in Journ. Hist. of Ideas dl IX (Apr. 1948).