Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Maria André Antoine DEFRESNE

betekenis & definitie

(August), regisseur, toneeldirecteur en -schrijver (Maastricht 6 Nov. 1893), studeerde enige jaren Nederlandse taal en letterkunde, trad daarna op als dramaturg en regisseur van het Oost-Nederlandsche Tooneel, daarna van het Amsterdamsch Tooneel. Vervolgens richtte hij met Albert van Dalsum in 1932 de Amsterdamsche Tooneelvereeniging op en trad als regisseur-dramaturg op van het Nederlandsche Tooneel en het in 1946 opgerichte Amsterdamsch-Rotterdamsch Tooneelgezelschap.

In 1947 werd hij met Albert van Dalsum belast met de leiding van het Amsterdams Toneel, de vaste bespeler van de Amsterdamse Stadsschouwburg. Hij regisseerde vele belangrijke opvoeringen, o.a. Driestuiversopera van Brecht, Liefde onder de Olmen van O’Neill, Beter dan vroeger van Pirandello, Shaw’s St Joan, Electra van Sophocles, Medea van Euripides, De Vogels van Aristophanes, Vondel’s Gijsbreghten Peteren Pauwels, Circus Knie van Zuckmayer, Onze Stad van Wilder, Paulus onder de Joden van Werfel.Bibl.: Studies en romans: De psychologie van den Vos Reynaerde (1920); Het eethuis (1931); Moord (1931); De wonderlijke familie (1937). Toneelstukken: Koningen (in Groot Nederland, XXI, 1923); De uitvreter (ald. XXIV, 1926); De rare rechter (ald. XXVII, 1929); De woonschuit (1924); Andere leiders (1928); Het onbewoonde eiland (1941); De naamloozen van 1942 (1945); 1948 Anno Christi (1948); opgevoerd werden bovendien: De woekeraarster, Moordromance, Lord Lister legende, Valsche bankbiljetten, Sprotje, Boeven en burgers, Cagliostro, Van kelder tot dak, Het laatste bedrijf van Vrij Volk.

< >