zich noemende Jean Frans schrijver en moralist (Fougères 25 Mei 1890), als knaap handarbeider, slaagde er in aan de Ecole Normale Supérieure te studeren. Zijn werk, dat een trouwe afspiegeling is van de morele crises in de geschiedenis van Frankrijk sedert Wereldoorlog I, is in hoofdzaak autobiografisch.
Het probleem voor Guéhenno is, hoe zijn kennis in dienst te stellen van de klasse waaruit hij is voortgekomen. In zijn Caliban parle (1928) stelt hij het probleem van de verhouding van massa en cultuur. Zijn voorbeeld is Michelet met zijn mystieke bewondering voor de Franse Revolutie. Door zijn publicaties, maar vooral ook als redacteur van het bekende tijdschrift Europe, heeft Guéhenno een grote invloed gehad op die talrijke figuren in Frankrijk die afgekeerd stonden van het opportunisme van de officiële socialistische partijen, maar die ook geen vrede hadden met de autoritaire beginselen van het Communisme.DR R. WIARDA
Bibl.: L'Evangile éternel. Etude sur Michelet (1927); Conversion à l’humain (1931); Journal d'un homme de 40 ans (1934); Jeunesse de la France (1936); Journal d’une ,,Révolution” (1937- 1938); Journal des Années noires 1940-1944 (1947); Jean-Jacques (1949)-
Lit.: H. Glouard, Hist. de la litt. fr. du symbolisme à nos jours, t. II, de 1915 à 1940 (1949).