Argentijns romanschrijver (Parana 18 Juni 1882), studeerde te Santa Fé op het Jezuïetencollege aldaar, daarna rechten aan de universiteit van Buenos Aires, waar hij promoveerde op een proefschrift over de handel in blanke slavinnen; een thema, dat hij later benut heeft in zijn bekende roman Nacha Regules (1919). In 1903 stichtte hij het literaire tijdschrift Ideas. Hij maakte enige malen grote reizen door Europa, vooral in Spanje en Frankrijk.
Neerslag van zijn reis door Spanje is zijn roman El solar de la raza. Een tijdlang was hij inspecteur van het middelbaar onderwijs. Zijn ervaringen als zodanig gaven hem stof voor zijn wellicht beroemdste boek, La Maestro Normal (1914). Hij heeft verzen geschreven, sociale en literaire critiek, hij heeft zijn Nacha Regules tot een toneelstuk omgewerkt en er nog een geschreven, El hombre de los ojos azules, maar is toch vooral bekend geworden door zijn romans, waarop de invloed van Daudet en Zola onmiskenbaar is. In zijn boeken interesseert hij zich vnl. voor sociale, religieuze en opvoedingsproblemen.
Ofschoon volgeling van Zola, is hij geen determinist, en ofschoon een groot tegenstander van sociale onrechtvaardigheid, is hij evenmin socialist. Hij is gelovig Katholiek en gematigd pacifist. Hij is een schilder vooral van het kleinsteedse milieu in La Maestro Normal en van het kosmopolitische leven van Buenos Aires in Hombres en soledad (1938). Een niet geheel overtuigende mystische figuur tekent hij in Miércoles Santo (1930).
Een machtig epos, uitstekende boven al zijn werken, vormt de historische trilogie: Escenas de la guerra del Paraguay (1928-1929). Talrijke boeken van hem zijn vertaald, vooral Nacha Regules (het laatste ook in het Nederlands door Anna Benavente).PROF. MR DR J. A. VAN PRAAG
Lit.: Arturo Torres-Rioseco, Grandes novelistas de la América Hispana, II (Berkeley-Los Angeles (1943); H. Petriconi, Spanisch-amerikanische Romane der Gegenwart (Hamburg 1938).