Italiaans architect (Napels 12 Mei 1700 - Caserta bij Napels 1 Mrt 1773)> ontwikkelde zich tot de belangrijkste Italiaanse bouwmeester van zijn tijd. Hij was een zoon van de Nederlandse schilder Caspar Adriaensz. van Wittel (Amersfoort 1653-Rome 13 Sept. 1736), die sinds 1672 in Italië woonde en aldaar Gaspare Vanvitelli werd genoemd; hij studeerde te Rome, waar hij o.a. aan de St Pieter werkte, was voorts o.m. in Ancona, Siena, Perugia, Urbino en Loreto werkzaam.
Grote fantasie paarde zich aan grondige technische beheersing van het métier, en aan een veelzijdig georiënteerde beschaving. In 1751 riep koning Karel III van Bourbon hem naar Napels. Te Caserta, in de omgeving van die stad, begon hij nog in hetzelfde jaar aan de bouw van het reusachtig grote koninklijke paleis dat wel het hoogtepunt is van de 18de-eeuwse architectuur in Italië, beroemd door de hoogst originele oplossing van het „atrio” (toegankelijk langs een monumentale trap), waarop acht hoge, overwelfde galerijen stervormig samenkomen. In Napels zelf werd de half cirkelvormige Piazza Dante naar zijn plannen gebouwd, voorts bouwde hij er verschillende paleizen en enige kerken. Algemeen bekend is te Rome de S. Maria degli Angeli, die Michelangelo in de Thermen van Diocletianus had ingebouwd en die door Vanvitelli werd voltooid, waarbij hij de plannen van Michelangelo naar eigen inzicht wijzigde. Zijn zoon Carlo voltooide verschillende zijner werken.Lit.: F. Milizia, Memorie degli architetti (Parma 1781); L. Vanvitelli, Vita dell’architetto L. V. (Napoli 1823) ; M. et C. M. Reymond, V. et Michel Ange k Ste Marie des Anges, in de: Gazette des beaux-arts (Sept.-Oct. 1922); R. Fichera, L. V. (Roma 1937). z voorts onder Barok, Kunst: Bouwkunst. Over de vader Gaspar van Wittel: G. Lorenzetti, G. Vanvitelli (Milano 1934).