Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 07-02-2022

Louis marie olivier DUCHESNE

betekenis & definitie

groot Frans kerkhistoricus (Saint-Servan 13 Sept. 1843-Rome 21 Apr. 1922). In 1867 tot priester gewijd.

Opgeleid aan de École des Hautes Études, promoveerde hij in 1877 tot doctor in de letteren en werd nog in hetzelfde jaar hoogleraar aan het Institut Catholique te Parijs. Daar zijn voorlezingen op heftige tegenstand stuitten, moest hij deze leerstoel in 1885 opgeven, waarna de staat hem aan de Sorbonne benoemde. In 1895 werd hij directeur der École Française Archéologique te Rome, in 1903 voorzitter der pauselijke historisch-liturgische commissie voor de revisie van het martyrologium en van de historische gedeelten van het brevier, terwijl hij in 1910 lid der Académie Française werd. Zijn werken hebben op het gebied der kerkgeschiedenis der Oudheid en op dat der Christelijke archeologie baanbrekend gewerkt en onderscheiden zich door volkomen beheersing der bronnen, scherpzinnige critiek en boeiende voorstelling.Bibl.: Historische geschriften: Origines du culte chrétien (Paris 1889; 5de dr. 1925) ; Mémoire sur l’origine des diocèses épiscopaux dans l’ancienne Gaule (1890); Liber pontificalis, 2 dln (Paris 1884-1892); Fastes épiscopaux- de l’ancienne Gaule (1894-1915); Les premiers temps de l’Etat Pontifical (Paris 1911) ; zijn hoofdwerk is: Histoire ancienne de l’église (3 dln, Paris 1906-1910, 1912 op de index geplaatst; uit zijn nagelaten papieren heeft H. Quentin in 1925 het vierde deel onder de titel L’église au Vie siècle uitgegeven).

Lit.: J. Goppens, In Memoriam Mgr D. (Dietsche Warande en Belfort, 1922, dl 22, blz. 1076-1091); L. Lecanuet, La vie de 1’église sous Léon XIII (Paris 1930); J. Brugerette, Le prêtre français dans la société contemporaine (Paris 1938). Van modernistisch standpunt uit: A. Loisy, Mémoires pour servir à l’histoire religieuse de notre temps (3 dln, Paris 1930-1931).

Van integristisch standpunt uit: T. Bottagisio, S.J., Appimti sereni sulla Storia della Chiesa Antica (3de ed., Padova 1911) ; Claude d’Habloville, Mgr. D. (1911); J. Guiraud, in Revue Quest. Hist.,dl 97 (1922), pag. 130-150, 350-380, dl 98 (i943)> pag. 394“ 428; Ch. Guignebert, in Revue Hist., dl 141 (1922), pag. 307314; E.

Dupont, Mgr. D. chez lui, en Bretagne (Rennes 1923),

< >