graaf d’, (1713-1793), Frans generaal en diplomaat, onderscheidde zich tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog in de veldtocht van 1746-1748 dermate, dat hij tot veldmaarschalk benoemd werd. In 1755 werd hij buitengewoon gezant, daarna ambassadeur van Lodewijk XV bij de Nederlandse Republiek.
In die hoedanigheid knoopte hij nauwe betrekkingen aan met de Fransgezinde regenten, vooral te Amsterdam. Door gulle uitdeling van riddertitels onder de aanzienlijke regenten en door de belofte van vrije invoer van haring in Frankrijk wist hij de Hollandse regenten te versterken in hun wens om de onzijdigheid in de Zevenjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk te handhaven. Na de dood van gouvernante Anna spande AfTry met Onno Zwier van Haren en diens partij samen tegen den anti-Fransgezinden hertog van Brunswijk. In 1762 te Parijs teruggekeerd, werd hij in 1767 kolonel van de Zwitserse garde, welke post hij bekleedde tot de Revolutie. Hoewel hij zich tijdens de Revolutie onthield van deelneming aan de politiek, werd hij in 1792 gevangen genomen onder beschuldiging de volksoploop tegen de Tuilerieën te hebben willen beletten. De Législative erkende echter zijn onschuld en deed hem in vrijheid stellen. DR J. S. BARTSTRA