Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

LOCARNO

betekenis & definitie

stad in het Zwitserse kanton Ticino,met (1951) 7770 inw., van wie 85 pct R.K. en 15 pct Prot. (met omgeving: Muralto minusio, Orselina 14000 inw), is gelegen aan het N.-uiteinde van het Lago Maggiore en aan de monding van het Val Maggia en het Val Onsernone, eindstation van de zijtak Caddenazzo - Locarno van de St-Gotthardspoorweg. De stad heeft enge straten.

De amphitheatersgewijs gebouwde plaats heeft een bekoorlijke zonnige ligging op 205 m hoogte en wordt in de winter en in het voorjaar druk bezocht wegens het zachte klimaat (Jan.temperatuur 3,1 gr. C.) en de subtropische plantengroei. Men noemt deze plaats wel het Nizza van Zwitserland. Zij heeft handel en nijverheid (borstels, penselen, kaarsen, salami enz.). Op een steile rots in haar nabijheid ligt de bedevaartkerk Madonna del Sasso. Het nabijgelegen Orselina (op 496 m hoogte) trekt door zijn radioactieve bron veel genezingzoekenden.In 1340 kwam Locarno aan Milaan en werd in 1512 aan het Eedgenootschap afgestaan. In 1798 werd het bij het kanton Lugano van de Helvetische republiek en in 1803 bij het kanton Tessino gevoegd. Tot 1881 was het met Lugano en Bellinzona afwisselend de hoofdstad van dit kanton.

Verdragen van Locarno

Met Locarno-verdragen wordt een achttal, op 16 Oct. 1925 te Locarno geparafeerde, overeenkomsten aangeduid, waarbij de Westgrenzen van het Duitse Rijk werden gegarandeerd, voor het O. elke gewelddadige grenswijziging werd uitgesloten en door Duitsland verschillende arbitrageverdragen met zijn buurlanden werden aangegaan.

Reeds dadelijk na Wereldoorlog I, tijdens de vredesonderhandelingen te Versailles, trachtte Frankrijk door militaire verbonden te bereiken zijn grenzen tegen een mogelijke Duitse aanval te beveiligen. Nadat de pogingen, met Engeland alleen een garantieverdrag af te sluiten, mislukt waren, trachtte de Franse diplomatie de gewenste veiligheid te verschaffen door binnen het raam van de Volkenbond alle leden tot zekerheid tegen militaire aanvallen te verbinden. Hieruit ontstond het Protocol van Genève. Het bleek echter al spoedig, dat dit nooit in werking zou treden. Toen stelde Frankrijk opnieuw pogingen in het werk, Engeland tot het sluiten van een bijzonder waarborgverdrag over te halen.

De Duitse regering-Luther-Stresemann deed nu op aandrang van Lord D’Abemon, de Engelse gezant te Berlijn, op g Febr. 1925 het voorstel dat de bij de status quo aan de Rijn belanghebbende mogendheden, vnl. Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië, onder het toezicht van de V.S. zich voor een lange periode zouden verbinden geen oorlog tegen elkander te voeren. In aansluiting op dit verdrag zouden dan vérgaande arbitrageverdragen, o.a. tussen Duitsland en Frankrijk, gesloten moeten worden. Ook de demilitarisatie van het Rijnland zou binnen deze garantie moeten vallen.

Van 5 tot 16 Oct. 1925 kwam te Locarno een conferentie bijeen, die tot volledige overeenstemming leidde. Op 16 Oct. werd tussen België, Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië een verdrag tot onderlinge waarborg gesloten, het Rijnpact, het voornaamste der „verdragen van Locarno”. Naast en nauw verbonden met dit verdrag werden nog zeven andere instrumenten geparafeerd, nl. een slotprotocol, vier arbitrageverdragen van Duitsland onderscheidenlijk met België, Frankrijk, Polen en Tsjechoslowakije, en twee door Frankrijk met Polen en Tsjechoslowakije gesloten garantieverdragen, voor het geval Duitsland niet aan zijn arbitrageverplichting zou voldoen. Op i Dec. 1925 vond te Londen de plechtige ondertekening er van plaats. Zij traden in werking op de dag, dat de bekrachtigingsoorkonden te Genève werden nedergelegd (14 Nov. 1926), nadat Duitsland intussen in Sept. 1926 als lid van de Volkenbond was toegelaten. In het Rijnpact waarborgden de verdragsluitende landen elkander, individueel en collectief, zowel de handhaving van de territoriale status quo, zoals die door het vredesverdrag van Versailles was vastgesteld, ten aanzien van de grenzen tussen Duitsland enerzijds en België en Frankrijk anderzijds, als de handhaving van de bepalingen van genoemd verdrag inzake de gedemilitariseerde Rijnlandzone (art. 1).

Art. 4 hield de verplichting der verdragsstaten in, bijstand te verlenen aan Duitsland, België of Frankrijk, indien een hunner werd aangevallen of indien de bepalingen van het verdrag van Versailles inzake de demilitarisatie van het Rijnland, werden geschonden.

Het Rijnpact had geen betrekking op Polen en Tsjechoslowakije^ Ten aanzien van deze staten aanvaardden België, Engeland en» Italië te Locarno generlei verplichting. Erkenning van zijn Oostgrenzen heeft Duitsland steeds afgewezen, al verklaarden Duitsland, Polen en Tsjechoslowakije uitdrukkelijk in de te Locarno tot stand gekomen arbitrageverdragen van gewelddadige herziening der grenzen af te zien. Tot waarborg hiervan hebben Frankrijk èn Polen èn Frankrijk resp. Tsjechoslowakije zich door garantie verdragen wederkerig verbonden tot bijstand tegen Duitsland, indien dit rijk zijn te Locarno tegenover hen aangegane verplichtingen niet zou nakomen en dat gepaard zou doen gaan met niet-uitgelokt wapengeweld.

De te Locarno gesloten verdragen betekenden een keerpunt in de politieke ontwikkeling na Wereldoorlog I. Zij ontleenden hun betekenis vooral aan de geest, waaronder zij tot stand zijn gekomen. Deze geest werd geacht een nieuw tijdperk van vertrouwen en verstandhouding tussen de mogendheden te zullen bezielen.

Al spoedig na Locarno rees bij sommige Oosteuropese landen een verlangen naar een zgn. Oost-Locarno, nl. een verdrag, waarbij evenals zulks voor het Westen geschied was, voor Oost-Europa de bestaande grenzen voor immer of ten minste voor lange tijd voor de partijen zouden worden vastgelegd en gegarandeerd. Vooral de Franse diplomatie steunde het streven naar een dergelijk verdrag, dat aan Duitsland ook voor Oost-Europa de voldoening van zijn territoriale revisie-eisen en andere verlangens zou ontnemen. Duitsland bleef het Oost-pact met stelligheid van de hand wijzen. Daarop sloten Frankrijk en de Sovjet-Unie een verdrag van wederzijdse bijstand (ondertekend op 2 Mei 1935 te Parijs), waarbij zij zich verbonden tot onmiddellijke bijstand tegen een eventuele Europese aanvaller. Twee weken later (16 Mei 1935) werd deze overeenkomst gevolgd door een gelijk verdrag tussen de SovjetUnie en Tsjechoslowakije. Toen de Franse Kamer van Afgevaardigden haar goedkeuring aan het Frans-Russische verdrag had gehecht, werd op 7 Mrt 1936 het Locarno-verdrag door Hitler opgezegd. Tevens bezetten Duitse troepen het gedemilitariseerde Rijnland.

MR L. V. LEDEBOER

Lit.: G. Glasgow, From Dawes to L. (London 1925); O. Bauer, L. Amtliche Documente und öffentliche Zeugnisse zur Gesch. des Rheinpaktes und der Schiedsverträge (Bielefeld en Leipzig 1926); K. Strupp, Das Werk von L. (Berlin en Leipzig 1926); Salvioli, Accordi di L. (Roma 1926); V.M.Milenkovitch, Le problème de la sécurité européenne d’après les accords de L. (Paris 1927); J. W. Wheeler-Bennet and F. E. Langermann, Information on the Problem of Security, 1917-1926 (London 1927); F. Alexander, From Paris to L. and after. The League of Nations and the Search for Security, 1919-1928 (London en Toronto ig28); F. B. Lorch, Die Abgrenzung der intern. Streitigkeiten in der Genfer Generalakte. Zugleich ein Beitrag zur Erläuterung der L.-verträge (Zürich en Leipzig 1934); P. F. Bruglière, La sécurité collective 1919-1945 (Paris 1946).

< >