(Leonardus Brunus), naar zijn geboorteplaats ook Leonardo Aretino (d.i. uit Arezzo) genaamd, Italiaans humanistisch schrijver (Arezzo 1370 - Florence g Mrt 1444), studeerde te Florence en Ravenna in de rechten en wijsbegeerte, totdat hij zich onder leiding van Chrysoloras geheel en al op de studie der Ouden en vooral op die van het Grieks ging toeleggen. In 1405 werd hij door toedoen van zijn vriend Poggio tot secretaris van paus Innocentius VII benoemd, een post welke hij onder drie van diens opvolgers bleef bekleden.
Hij vergezelde paus Johannes XXIII naar het Concilie van Konstanz, maar uit weerzin in de strubbelingen aldaar nam hij (1415) heimelijk de wijk naar Florence en hield er zich bezig met het schrijven van een geschiedenis dezer stad, zijn vermaarde Historia florentina, in 12 boeken, gaande van de oorsprongen tot 1402, en in het oorspronkelijk Latijn eerst in 1610, in Italiaanse vertaling (van D. Acciajuoli) reeds in 1476 verschenen. De dankbare republiek verleende hem voor dit werk het burgerrecht. Van 1427 tot zijn dood was hij haar kanselier.
Als politicus in hoog aanzien, heeft Bruni zich toch vooral als humanist onderscheiden: hij droeg sterk bij tot de verspreiding der Griekse cultuur, zijn Latijn benadert de perfectie van dat van Cicero, als historicus is zijn waarde niet te onderschatten. Hij leverde uitnemende vertalingen van Aristoteles, Plato, Plutarchus en Demosthenes; zijn Latijnse brieven (Epistolarum libri VIII, posthuum uitg. 1741) behoren tot de interessantste van zijn tijd. Zijn liefde voor de volkstaal en de grote schrijvers der 13de eeuw blijkt uit zijn Dialoghi, zijn levens van Dante en Petrarca en zijn redevoeringen. Tot zijn historische werken behoren nog De bello Italico adversus Gothos (1471) en Commentarius rerum suo tempore gestarum (1485).
Het enige gebrek van Bruni’s geschiedschrijving, als van alle humanistische historici, is de neiging om, uit beduchtheid voor ieder neologisme, de historische waarheid in klassiek Romeins gewaad te hullen, waartoe haar niet zelden geweld wordt aangedaan. Om dit te vermijden en de feiten hun actuele waarde te geven, schiet zijn artistiek talent te kort.Lit.: F. Beek, Studiën zu L. B. (1912); H. Baron, Leonardo Bruni Aretino, Humanistisch-philos.
Schriften mit e. Chronologie s. Werke u. Briefe (1928).