Vlaams priester, politicus en publicist (Tielt 8 Febr. 1787 - Brugge 7 Febr. 1851), onderwees na zijn seminariejaren poëzieleer aan het Klein Seminarie te Roeselare tot in 1809, toen hij theologie ging studeren aan het Groot Seminarie te Gent. Hij werd tot priester gewijd in 1810 en was van 1810 tot 1815 kapelaan van St Anna te Brugge.
Op 1 Jan. 1815 begon hij de publicatie van de Spectateur Beige, met het doel de nationale geest op te wekken en de godsdienst te verdedigen. Hij pleitte tevens voor de Vlaamse taal, de Vlaamse kunst en bestreed de heersende Fransgezindheid. Hij verzocht om een landwet op de grammatische gelijkvormigheid der „Nederduytse tael” en bestreed de strekking om Hollands en Vlaams te scheiden. Hij schreef politieke bijdragen en werd, na aanvankelijke moeilijkheden met het gerecht in 1815, op 10 Jan. 1817 aangehouden, te Brussel achter slot en grendel gezet en, na ophef makende pleidooien, tot twee jaar hechtenis veroordeeld en in de gevangenis te Vilvoorde opgesloten. Bij zijn bevrijding moest hij zijn vroegere bedrijvigheid laten varen, werd tot directeur van de Engelse kloosterzusters te Brugge benoemd en zette de publicatie van de Spectateur als letterkundig orgaan voort tot 1823. In 1830 tot lid van het Nationaal Congres verkozen, pleitte hij voor de rechten der Kerk, de vrijheid, scheiding der machten. Hij stond een democratische monarchie voor, werd aangewezen tot lid der delegatie die naar koning Leopolds zienswijze te Londen moest informeren en later van die welke hem de Kroon kwam aanbieden. Hij bleef tot 1848 lid van de Kamer der Volksvertegenwoordigers, verdedigde het unionisme en het protectionisme, maar bestreed even krachtdadig de aanleg van spoorwegen als de eenmaking, op grondslag van de besluiten der commissie van 1836, van de spelling van het Nederlands, om staatkundige redenen, in twee scherpe redevoeringen (20 en 25 Jan. 1844), die door P. Dedecker werden beantwoord. Na 1848 leefde hij teruggetrokken te Brugge, tot aan zijn dood.DR M. CORDEMANS
Lit.: F. de Pachtere, Notice sur l’abbé de Foere (Bruges 1817); J. Stecher, De Foere, in: Biogr. Nat., VIII, 150-164.
