is een onvruchtbare, steenachtige vlakte met heiden en hoogvenen in Beieren, tussen de Lech en de Wertach boven Augsburg, 37 km lang, die sedert 1925 door Duitse Mennonieten (Doopsgezinden) gedeeltelijk is ontgonnen. Bij het dorp Untermeitingen ligt een als bedevaartplaats druk bezocht Franciscaner klooster.
Op het Lechfeld overwon Otto I, Duits koning, de Hongaren (10 Aug. 955). Het gevolg was, dat de verwoestende invallen der Hongaren in Duitsland ophielden. Zij staakten hun nomadenleven en gingen niet lang daarna tot het Christendom over. Een eind stroomafwaarts van deze plek had op 4 Apr. 1632 de slag aan de Lech plaats, waardoor de koning van Zweden, Gustaaf II Adolf, in de strijd met de Katholieke Ligue de overgang over de rivier forceerde. De aanvoerder der Ligue, Tilly, werd zo zwaar gewond, dat hij op 20 Apr. d.a.v. overleed.