aanzienlijk geslacht uit Waals Vlaanderen (Lannoy, ten N.O. van Rijsel). Evenals de huizen van Croy en van Lalaing heeft ook dat van Lannoy vele dienaren aan de Bourgondische en Habsburgse landsheren opgeleverd.
Wij noemen:Bauduin de Lannoy,
heer van Molenbeek (ca 1387-1474) en ridder van het Gulden Vlies (1430) die door Jan van Eyck is geportretteerd, was een jongere broeder van Guillebert.
Charles de Lannoy,
heer van Senzeille, later van Maingoval, onderkoning van Napels (Valenciennes 1482 ? - Gaeta 23 Sept. 1527),kwam op jeugdige leeftijd aan het hof van Philips de Schone, werd in 1507 grand-écuyer van Karel V, in 1515 tevens raad en kamerheer en in 1516 ridder van het Gulden Vlies. Hij was voorstander van een toenadering tot Frankrijk ter wille van de Habsburgse belangen in Italië. In Mrt 1522 benoemde Karel V hem tot onderkoning van Napels en in 1523 werd Lannoy als kapitein-generaal aan het hoofd geplaatst van de strijdkrachten der Italiaanse Heilige Liga tegen Frans I van Frankrijk. Bijgestaan door de connétable Karel van Bourbon en door de markies van Pescara voerde hij het bevel over het keizerlijke leger in de slag van Pavia (24 Febr. 1525), waar hij koning Frans I gevangen nam.
Op eigen initiatief bracht hij' zijn gevangene naar Spanje over, ten einde een verzoening tussen de koning en de keizer tot stand te brengen, en hij was een der voornaamste bemiddelaars van de vrede van Madrid (14. Tan. 1526). Karel V beloonde hem door hem te verheffen tot prins van Sulmona, graaf van Lannoy van Asti en. van La Roche en hem te benoemen tot grand maître d’hôtel Ira 1527 trachtte Lannoy tevergeefs de mars van de keizerlijke kapitein-generaal Bourbon naar Rome tegen te houden; aan de beruchte plundering van de stad had hij geen aandeel. Na Bourbon’s dood (6 Mei) betwistte de prins van Oranje, Philibert van Chalon, hem het bevel over het leger in Italië.
Lit. : L. E. Halkin en G. Dansaert, Charles de L., vice-roi de Naples (1934)
Ferdinand de Lannoy,
heer van Laroche (Steenockerzeel 1520 - Visenay, Franche Comté, 1579), diende onder Karel V als kapitein van en broeder van Ordonnantie en was in 1552 luitenant in ’t leger van de prins van Oranje. Hij huwde een zuster van Granvelle en stond geheel aan de zijde van de koning. Toen Bossu gevangen was genomen, werd hij in 1573 door Requesens aangesteld tot stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. In 1574 nam hij te Utrecht de burgers in bescherming tegen de woeste krijgsknechten van Valdes ert deed anderzijds pogingen de steden van Holland tot de koning terug te brengen. In Sept, onderhandelde hij zonder succes over de capitulatie van Leiden. Kort daarna legde hij het stadhouderschap van Holland neder om dat van Artois te aanvaarden, maar speelde als zodanig geen rol van betekenis. Hij vervaardigde kaarten van het hertogdom Bourgondië en van het graafschap Artois.
Guillebert de Lannoy,
heer van Villerval, Tronchiennes en (1456) Santés (1386 - 22 Apr. 1462), ridder van het Gulden Vlies (1430), was een der belangwekkendste figuren uit de omgeving van Philips de Goede. Hij heeft tijdens zijn veelbewogen leven op de meeste slagvelden van Europa gestreden, van Spanje tot Pruisen. In 1401 bezocht hij het Heilige Land, Egypte, Turkije en Constantinopel, in 1412-1413 Pruisen, Litauen, Polen en Rusland. In 1421 ondernam hij, ter voorbereiding van een kruistocht, in opdracht van Hendrik V van Engeland en van Philips van Bourgondië, opnieuw een reis naar het Oosten: naar Polen, Litauen, Rusland, Constantinopel, Egypte en Palestina; in 1446 reisde hij voor de derde keer naar de Levant en Jeruzalem. In de tussentijd heeft hij talrijke gezantschapsreizen in Europa ondernomen (in 1433 was hij Bourgondisch gezant bij het Concilie van Bazel) en pelgrimstochten naar Rome en naar Ierland. Het relaas van zijn vele reizen vormt een zeer belangrijke bron van kennis voor de toestanden in de landen die hij heeft bezocht. Hij heeft, behalve verslagen van zijn Voyages et ambassades en een aantal gedichten, opmerkelijke moraliserende geschriften nagelaten, waaruit zijn rijpe ervaring spreekt: Instruction d’un jeune prince en Enseignements paternels.
Bibl. en lit.: Œuvres de Ghillebert de L., éd. Ch. Potvin (1878); A. Piaget, Ballades de Guillebert de L. (in: Romania XXXI, 1910); O. Halecki, Gilbert de L. and his Discovery of East Central Europe (in: Bulletin of the Polish Inst, of Arts and Sciences in America II, 1944). Vgl. J. D. Hintzen, De kruistochtplannen van Philips den Goede (1918) ; A. S. Atiya, The Crusade in the Later Middle Ages (1938).
Hugues de Lannoy,
heer van Santés (ca 1384 - Rijsel i Mei 1456), oudere broeder van Guillebert, ridder van het Gulden Vlies in 1430, werd na een avontuurlijke loopbaan als krijgsman en diplomaat op 1 Mei 1433 stadhouder van Holland, Zeeland en Westfriesland, welk ambt hij tot 12 Jan. 1440 heeft bekleed. Op gevorderde leeftijd onderscheidde hij zich nog in de strijd tegen de Gentenaren in 1452.
Lit.: Gh. Potvin, Notice sur H. de L. (in: Compte rendu de la Comm. Roy. d’Hist., 4e série VI, 1879).
Jean de Lannoy,
heer van Lannoy (27 Apr. 1410 - 18 Mrt 1493), oudste zoon van Jan van Lannoy en Jeanne van Croy, ridder van het Gulden Vlies (1451), was raad en kamerheer van Philips de Goede van Bourgondië, wiens stadhouder in Holland, Zeeland en Westfriesland hij van 22 Mei 1448 tot 23 Nov. 1462 is geweest. In 1459 werd hij tevens gouverneur van Rijsel, Douai en Orchies.
Hij verbouwde en versterkte het voorvaderlijke kasteel en stichtte de ommuurde stad Lannoy, die in 1458 en volgende jaren van Philips de Goede verscheidene privileges ontving. Evenals zijn oom Anton van Croy werd hij wegens te nauwe betrekkingen met Lodewijk XI van Frankrijk in 1465 door Karel de Stoute verbannen en uit zijn waardigheden ontzet; zijn bezittingen werden verbeurd verklaard. Na zijn begenadiging in 1468 heeft hij, evenals tevoren, verschillende diplomatieke missies uitgevoerd en hij heeft nog meegewerkt aan het tot stand komen van de vrede van Atrecht in 1482.
Lit.: B. de Lannoy en G. Dansaert, Jean de L. le Bâtisseur (1937); G. Espinas, Les origines du capitalisme III. Deux fondations de villes....: Lannoy-du-Nord (1946).
Philippe de Lannoy,
heer van Beauvoir (gest. 1574), was in 1562 commandant van Hesdin; daarna genoemd als „gentilhomme de la bouche” bij Margaretha van Parma, die hem in 1566 naar Doornik zond met troepen om tegenover Hoorne de belangen van regering en Katholieke Kerk te verdedigen. In 1567 versloeg hij Toulouse bij Austruweel en verijdelde de aanslag der Geuzen op Walcheren. Hij wendde verder alle middelen aan om Vlissingen en Middelburg, waarvan hij gouverneur was, voor de koning te behouden. Hij bezette in Juni 1572 Arnemuiden, maar moest een maand later tegen Tzeraerts te Zoutelande het onderspit delven. In 1573 rustte hij, in overleg met Alva, 100 schepen uit om de steden van Zeeland onder de heerschappij van Spanje terug te brengen. De vloot werd door een hevige storm geteisterd, kwam met de Zeeuwse schepen in gevecht en zeilde, door deze nagezet, naar Antwerpen terug. Later bracht hij wederom een vloot in gereedheid, om Middelburg van levensmiddelen te voorzien, maar ook deze poging mislukte.