Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

LANGKAT

betekenis & definitie

was de noordelijkste afdeling van het voormalige gouvernement Oostkust van Sumatra, grotendeels bestaande uit het gelijknamige sultanaat. De bodem is over het geheel vruchtbaar; de Europese cultures omvatten die van tabak, rubber en oliepalmen.

Verder wordt er peper, katjang, rijst en gambir geteeld door de bevolking. Door een hoge mate van onveiligheid, stakingen en diefstal van ondernemingsgoederen hebben de Europese cultures, die hier eens tot hoge bloei geraakten, zich nog niet kunnen herstellen. Ook de aardoliewinning en -verwerking, rondom de Aroebaai, is nog niet op het oude peil teruggekeerd ; de vernielingen waren hier zeer grondig.De afdeling Langkat telde in 1930 ruim 254000 inw. Hoofdplaats der afdeling, tevens residentie van de sultan, was Tandjoengpoera. Bindjai vormde een afzonderlijke gemeente. De Indonesische bevolking was zeer gemengd door de grote immigratie van arbeiders voor de cultuurondememingen. De Javanen vormden daardoor bijna de helft van de totale Indonesische bevolking, die voorts vooral uit Maleiers en Bataks bestond.

GESCHIEDENIS

Bij de komst der Nederlanders was Langkat een onderhorigheid van Siak, waarover de opperhoogheid een twistpunt was tussen Atjèh en Johore. De sultan van Johore verleende de Oost-Indische Compagnie in 1689 een handelsmonopolie voor het gehele gebied. Als loon voor bewezen diensten verkreeg de Oost-Indische Compagnie in 1745 de opperhoogheid over Siak en onderhorigheden. Na de sluiting van het Londense Tractaat van 1824 richtte de Ned.-Ind. regering er een versterkte post op, die door minister Baud ijlings werd ingetrokken na Engels protest: Atjèh maakte aanspraak op het Siakse gebied (uitvloeisel van het Tractaat van 1824). Hier kwam bij dat Nederland weinig belangstelling toonde voor gezagsuitbreiding op de Buitenbezittingen. Binnenlandse moeilijkheden dwongen nu de sultan van Siak zich om hulp tot de gezagsdrager in Singapore, Wilson. te wenden. Uiteraard mocht deze niet ingrijpen maar Wilson drong zich naar voren en waande zich heer en meester in geheel Siak. In deze nieuwe nood riep de sultan de hulp in van de Indische regering. De resident sloot met de vorst het Siak-tractaat (1858), zeer tegen de zin van minister Loudon, die „elke uitbreiding van ons gezag in de Indische Archipel een schrede nader tot Nederlands val” achtte (zie ook Netscher). Intussen had de vorst van Deli zich aan de rechten van Siak niet gestoord. Hij noemde zich ook sultan en eiste erkenning van zijn gezag door de vorst van Langkat en andere staatjes. Nog in 1861 verzette Loudon zich tegen iedere vermeerdering van invloed of gezagsuitbreiding in de Buitengewesten. Vreemdelingen zagen daarom kans in Langkat en andere staatjes contracten te sluiten. Ook Atjèh meende andermaal zijn kans schoon te zien: Deli werd veroverd, Langkat zocht steun bij de Indische regering. In deze verwarring van tegenstrijdige belangen bracht het Sumatra-tractaat (1871) uitkomst. Met de politiek van onthouding werd nu gebroken. Reeds was Nienhuys begonnen in Deli tabak te verbouwen. Langkat bezat ook geschikte grond voor de tabaksteelt. Van grote betekenis voor de opkomst van Langkat zou de ontdekking zijn van het Telaga-aardolieveld (1880), in exploitatie gebracht door de Koninklijke Ned. Petroleum Mij.

< >