is de latere naam voor het herstel, dat de verkoper van onroerend goed, volgens een constitutie van keizer Diocletianus (C. 4. 44. 2 en 8) uit het jaar 285 na Chr., kon krijgen indien de verkoopsprijs lager was geweest dan de helft van de waarde van de zaak. In de Middeleeuwen heeft zich hieruit onder invloed van het canonieke recht de leer van het justum pretium ontwikkeld.
De Franse code civil kent de instelling nog bij koop van onroerend goed, maar de Nederlandse wet heeft haar niet overgenomen.Lit.: J. G. van Oven, Leerb. v. Rom. Privaatrecht (2de dr. 1946), blz. 247 (met lit.opg.); Henri de Page, Le problème de la lésion dans les contrats (Bruxelles 1946); P. W. Kamphuisen, De leer van het justum pretium herleefd, in Wbl. v. Priv.recht, Not. en Reg. no. 334-336 (i933); Paul Ossipow, De la lésion. Etude de droit positif et de droit comparé, thèse Lausanne (1940).
