(1), Spaanse provincie in Galicië, het N.W. deel van het Iberische schiereiland. De oppervlakte bedraagt 7903 km2 en het aantal inw. (1946) 953 852.
Het is een bergachtig gebied, dat door de erosie echter zeer sterk is afgevlakt, en in de hoogste delen van 600 900 m reikt; de rivieren zijn talrijk en waterrijk. De kust is een riakust. Het klimaat is regenrijk. De bodem is voor ⅓ cultuurgrond; de rest bestaat voor een groot deel uit bergweiden voor schapen en geiten.
Aardappelen, koolrapen en peen vormen de hoofdgewassen; verder rogge en maïs, die veel als graanvoer worden gebruikt. De dalen hebben veel fruitteelt (peren, perziken, kersen) en wijnbouw. De veestapel omvat vooral runderen. De landbouwbedrijven zijn klein.
Aan de zeekust is veel visserij, vooral op sardines en tonijn. El Ferrol is hier de voornaamste vissershaven. De industrie omvat de fabricage van appelwijn, conserven en verder blikfabrieken. De voornaamste plaatsen zijn Santiago de Compostela (1940: 49 191 inw.), El Ferrol del Caudillo (59 829 inw.), Ortiguera (22 152 inw.) en de hoofdstad La Coruna.(2), de hoofdstad der gelijknamige Spaanse provincie, is een van de belangrijkste handelsplaatsen van Spanje met een zeer goede haven en telt (1946) 125697 inw. De stad, die door 5 forten verdedigd wordt, ligt op een schiereiland, en is verdeeld in een oude of bovenstad, op het oostelijk gedeelte van het schiereiland, en in een benedenstad, Pescaderia genaamd, op een smalle landengte op het noordelijk einde van het schiereiland gelegen. 2 Km van de stad ligt de naar men meent door de Carthagers of Phoeniciërs gebouwde Herculestoren, die door Trajanus werd gerestaureerd en thans als lichttoren dienst doet. De uitvoer omvat o.m. vee uit het achterland, landbouwen veeteelt producten en ijzererts uit de omgeving van Lugo. De industrie omvat sigarenfabrieken, glasfabrieken, scheepstimmerwerven, conservenfabrieken, enz.
De scheepvaartbeweging met het buitenland omvatte in 1946: 250 schepen met 463626 br. reg. ton, die 55921 ton goederen aanvoerden en 17478 ton afvoerden; de binnenlandse zeevaart (kustvaart) omvatte 2952 schepen (977 379 br. reg. ton), die 243 931 ton goederen aanen 78 154 ton afvoerden.
De stad, misschien van Phoenicische oorsprong, wordt gewoonlijk geïdentificeerd met het oude Ardobrica, door sommigen ook met het Romeinse Brigaecium. In de middeleeuwen heette zij Coronium. In 1588 voer hier de Armada uit. In 1598 werd zij door de Engelsen onder Norris ingenomen en verbrand en later versterkt.
In een gevecht bij La Coruna (16 Jan. 1809) tussen de Franse maarschalk Soult en de Engelsen onder generaal Moore, kwam deze laatste om het leven. 20 Febr. werd er door het volk en door de troepen de constitutie afgekondigd en 13 Juli 1823 veroverde generaal Bourck de hoogten voor de stad, zodat zij een maand later capituleerde, en de macht van Ferdinand VII er kon worden hersteld.