(Cronus), in de Griekse mythologie zoon van Ouranos (Hemel) en Gaia (Aarde), de jongste der Titanen, ontmande op verzoek van zijn moeder zijn vader en maakte zich van diens heerschappij meester, waarna hij zijn zuster Rhea huwde. Daar Gaia hem voorspeld had, dat hij door een van zijn kinderen van zijn macht beroofd zou worden, verslond hij ze terstond na de geboorte (Hestia, Demeter, Hera, Pluto en Poseidon).
Alleen Zeus werd door Rhea gered, daar zij Kronos in plaats van het kind een omwikkelde steen te verslinden gaf. Zeus, groot geworden op Kreta, deed Kronos de verslonden kinderen uitbraken. Daarna overweldigde Zeus hem met hulp van de overige Titanen en van zijn broeders. Kronos werd óf met de andere Titanen in de Tartaros vastgeketend, óf hij heerste met Rhadamanthys op het dodeneiland. In de eredienst treedt hij weinig op. Te Olympia bevond zich een Kronosheuvel, waar men hem in voorjaar en herfst offers bracht. In Athene vierde men in de oogstmaanden feesten voor hem. De Romeinen identificeerden hem met Saturnus. De mening, dat Kronos god van de tijd zou zijn, schijnt ontstaan te zijn door verwisseling met het woord chronos, tijd. Volgens de meeste deskundigen is Kronos in waarheid een Voorgriekse berggod (ook de naam is niet Grieks), wiens cultus later op de achtergrond gedrongen is door die van de Griekse berggod Zeus.