heeft zich sedert 1902 in Nederland ontwikkeld uit het Zweedse ringboli, door toedoen van de Amsterdamse onderwijzer Nic. Broekhuysen, eerste voorzitter van de Nederlandsche Korfbalbond (1903-1934).
Korfbal wordt gespeeld op een veld van ten minste 75 bij 30 m en ten hoogste go bij 40 m. Het speelveld is in drie gelijke vakken verdeeld, resp. A, B en G. De palen met de korven worden in vak A en C in de grond bevestigd in de lengteas van het speelveld op een afstand van de uiteinden, gelijk aan V, van de lengte van het veld. De korven zijn cylindervormig en zonder bodem, hebben een hoogte van 25 cm, een binnenrandse middellijn van 38-42 cm. De bal waarmede wordt gespeeld is een gewone voetbal.Er wordt gespeeld door twee partijen, die ieder bestaan uit een twaalftal: 6 spelers en 6 speelsters, van wie in elk vak twee spelers en twee speelsters worden opgesteld. In het vak, waar de ene partij aanvalt, verdedigt de andere. Het doel van het spel is de bal van boven af door de aan de tegenpartij toegewezen korf te werpen. Telkens als twee doelpunten zijn gemaakt, wordt door opschuiving van vak gewisseld. Het is o.m. verboden tijdens het spel met de bal te lopen, met opzet samenspel te vermijden, de bal met been of voet aan te raken, de bal aan een ander over te geven, een tegenstander de bal uit de handen te slaan, een tegenstander weg te duwen, omver te lopen, vast te houden of af te houden, een tegenstander te belemmeren in het vrije gebruik van zijn lichaam, een lid van de andere sekse te hinderen, de bal met de vuist weg te slaan, de bal over het middenvak heen te werpen, of tijdens een doelworp aan de paal te stoten. Bij overtreding van deze spelregels wordt een vrije worp toegekend, die door de tegenpartij wordt genomen op de plaats waar de overtreding werd begaan. Uit een vrije worp mag niet onmiddellijk worden gedoelpunt; wel echter uit een strafworp, die altijd genomen moet worden op een afstand van 4 m voor de paal in de lange-as van het veld. Een strafworp moet worden toegekend bij het verloren gaan van een vrije doelkans voor de aanvaller. Een strafworp kan worden toegekend bij ruw spel. De strafworp kan uitsluitend worden genomen door een speler uit het aanvalsvak.
Korfbal wordt in Nederland door ruim 25 000 personen beoefend, georganiseerd in de Kon. Nederlandsche Korfbalbond (opgericht 1903), waarbij 15 plaatselijke bonden zijn aangesloten, de Christelijke Korfbalbond en de Katholieke Dameskorfbalbond. Dit spel heeft zich voorts verbreid over België (Belgische Korfbalbond, opgericht 1921) en wordt sedert 1946 ook in Engeland beoefend (British Basket-ball Association).
D. WOUDSTRA.