Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Konstantin stanislawskij

betekenis & definitie

(eigenlijk Konstantin Sergejewitsj Aleksejew), Russisch toneelspeler, -leider en -hervormer (Moskou 17 Jan. 1863 - 7 Aug. 1938), stamde uit een welgestelde fabrikantenfamilie; speelde en regisseerde zeer jong reeds in dilettantenvoorstellingen, stichtte met andere vooruitstrevende kunstenaars een Vereniging voor Kunst en Literatuur met het doel zuiver artistieke opvoeringen te ensceneren; begon in 1897 te Moskou zijn 40 jaar durende samenwerking met Nemirowitsj Dantsjenko, waaruit het Moskouse Kunsttheater is ontstaan. In 1898 openden zij het herbouwde Hermitagetheater met Tolstoi’s Tsaar Fjodor lwanowitsj, brachten in ditzelfde jaar Tsjechof’s Meeuw, die het symbool voor dit theater werd; in 1899 Oom Wanja, de Drie lusters, enz.

In igo2 verhuisde de groep naar het Kamergerski theater. Geïnspireerd door de Russische tournée’s der Meiningers in 1885 en 1890 heeft Stanislawskij gestreden tegen schablonen, valsheid en onwaarachtigheid in het toneelspel en voor een zuivere, psychologisch afgestemde vertolking, innerlijk en uiterlijk nauwkeurig verzorgde opvoeringen, eiste van de acteurs volkomen ondergeschiktheid aan de tekst en opvatting van de regisseur, nuancering en innerlijke doorleving der rollen. Door de vele tournée’s in Europa en Amerika heeft Stanislawskij’s naturalisme grote invloed gehad op het wereldtoneel, eveneens door de verschillende studio’s, waar hij regisseurs en acteurs volgens zijn opvatting schoolde. Zijn autobiografie is voor de tonelisten een kostbare erfenis. De Sovjet-Unie eerde hem met de titel van Volkskunstenaar, de Lenin-Orde en de Orde van de Rode Arbeidsvaan.Bibl.: My Life in Art (Transl. J. J. Robins, London 1924, Boston 1938); An Actor prepares (London 1945); The System and Methods of Creative Art (London z.j.); Building a Character (New York 1949).

Lit.: Oliver M. Sayler, Inside the Moscow Art Theatre (New York 1925); Gregor-Fülop Miller, Das russische Theater (Zürich-Leipzig-Wien 1928); George Freedley and John A. Reeves, History of the Theatre (New York 1947).

< >