Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KOEFRA

betekenis & definitie

(Cufra, Koefara of El Kof ra), een 17 818 km2 grote oasengroep in de Libyse woestijn in Noord-Afrika, gelegen tussen 240 en 26° N.Br. en tussen 19° en 23° O.L. v. Gr., d.i. tussen Cyrenaïca en Wadai en bestaat uit de oasen Taiserbo, Boeseima, Kebabo, Erbehna en Sighen.

De grootste oase, Kebabo, heeft een oppervlakte van 8793 km2. De mergelachtige bodem heeft in het N. duinen en in het Z. een kalkgebergte en bevat veel water, waardoor o.a. het Erbehna- en het Boeseimameer ontstonden, waaromheen landbouw wordt uitgeoefend en de groei van zeer vele dadelpalmen en vele andere vruchtbomen mogelijk is. De ca 5000 zielen tellende bevolking bestaat vnl. uit gearabiseerde Berbers; een deel der Soey Arabieren houdt in Barka verblijf en komt slechts voor de dadeloogst naar Koefra. De bevolking behoort grotendeels tot de Mohammedaanse orde der Senoessi, die hier van 1895-1900 en in 1902 zelfs haar hoofdzetel had. De hoofdplaats is Dsjof.In 1879 werd Koefra ontdekt door de Duitse Afrika reiziger Rohlfs, in 1918 werd de oasegroep bezocht door de Fransman Lapierre en in 1921 door de Engelse Rosita Forbes. Hoewel sedert 1929 deel uitmakend van Italiaans Libye, werd het toch pas in 1931 door de Italiaanse troepen bezet.

Lit.: G. Rohlfs, Kufra (1881); Rosita Forbes, Across the Lybian Desert to Kufra (Geogr. Journal 1921); Idem, The Secret of Sahara (1921); Hassanein Bey, Through Kufra to Darfour (Geogr. Journal 1924).

< >