een der zes provincies van Belgisch-Kongo, met (1949) 1 568419 inlanders en 6593 blanken, heeft een oppervlakte van 230 210 km2 (6,81 inw. per km2). Door haar klimaat, bodemgesteldheid en hoogteligging is zij zeer goed geschikt voor Europese kolonisatie.
De meerderheid der in Belgisch-Kongo gevestigde kolonisten verblijft aldaar. De planters verbouwen meestal Arabica-koffie, de inboorlingen katoen, rijst en voedingsgewassen. Gedurende Wereldoorlog II zijn de kolonisten begonnen eucalyptus, pyrethrum, kina, thee, durris, aleuriten en welriekende planten te verbouwen. Van jaar tot jaar geven de ontdekkingen van rijke goud- en tinlagen aan de provincie een meer industrieel karakter. Het wegennet heeft een lengte van meer dan 10 000 km. Het Nationaal Comité voor Kivoe is belast met de organisatie en het renderend maken van de grond en de mijnen van Kivoe over een oppervlakte van meer dan een millioen ha. Het Nationaal AlbertPark bevindt zich in het O. van de provincie. De provincie omvat drie districten: Noord-Kivoe, met Goma als hoofdplaats; Zuid-Kivoe (met Costermansstad als hoofdplaats) en Maniema (hoofdplaats: Kasongo). De rechtbank van eerste aanleg zetelt te Costermansstad. Er zijn twee parketten: te Costermansstad en te Kasongo. Costermansstad is tevens hoofdplaats van de provincie. Zuid-Kivoe heette vroeger district Boekavoe, later district Kivoe. De provincie telt 60 R.K. en 17 Protestantse centra van evangelisatie.