Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Kerstspel

betekenis & definitie

spel op de Geboorte van Christus. Naar het voorbeeld van het liturgisch Paasspel ontstond in W.-Europa nog in de nde eeuw een kerkelijk-Latijns Kerstspel, aanvankelijk een eenvoudige scène om de kribbe, verbeeldend het bezoek der herders aan de Nieuw-Geborene, weldra verdrongen door een uitgebreider en pompeuzer vertoning van de Aanbidding der Wijzen.

Door de invoering van de demonisch geconcipieerde Herodes kon dit spel, het zgn. Officium Magorum, aanknopen bij volksvoorstellingen en daarmee was de basis gelegd voor de verwereldlijking van het Kerstspel. Zodra dan ook na een tussenperiode van schoolse behandeling het volk zich ging zetten tot het vervaardigen van geestelijke drama’s in de eigen taal, werd het karakter radicaal gewijzigd en werden bij voorkeur personen en situaties, die aanleiding konden geven tot caricaturale of comische behandeling of wel tot innig, ja sentimenteel medeleven, bij voorkeur uitgebuit. Zo kennen wij'" het Kerstspel inzonderheid als episode in grote cyclen, die Christus’ gehele leven of de gehele heilsgeschiedenis behandelen (in Frankrijk en Engeland) of als zelfstandig spel (in Duitsland).In Nederland kunnen wij deze ontwikkeling helaas niet volgen. Geen enkel Middeleeuws Kerstspel is hier bewaard gebleven. De 16de eeuw biedt ons aan bewaarde teksten slechts enkele spelen van rederijkers en humanisten en dan moeten we wachten tot de 20ste eeuw. De Gereformeerden, die zeer gekant waren tegen het toneel duldden uiteraard helemaal geen behandeling van heilige stoffen. Terzelfder tijd raakte het buitenland in de ban van de pastorale; herdersmotieven gingen domineren in de steeds meer uitsluitend tot het volk beperkte vertoningen. Die volksinvloed bleek inzonderheid: in Duitsland in de toenemende comisch-realistische opvatting. In de Zuidelijke Nederlanden volgde men met de zgn. „Kribbetjes” de Franse mode van het zangspel op wereldse wijzen, dat daar reeds in het begin van de 16de eeuw is gesignaleerd. Folkloristisch interessant zijn daar ook de „sprekende kribben”, vooral bekend uit de Provence.

Speciaal met het oog op het lekentoneel schreven in onze tijd enkele literatoren van naam een modern, Nederlands Kerstspel. Wij noemen, behalve het bekende successtuk van Ed. Veterman en Felix Timmermans En waar de ster bleef stille staan.,. (1925), Anton van Duinkerken’s bewerking van de Passion van Arnould Greban (Een spel van Kerstmis, 1934), M. Nijhoff’s De ster van Bethlehem (1950) en Jan Engelman’s Kindje wiegen, een kerstspel (Amsterdam 1945).

DR j. j. MAK

Lit.: Zie de lit. opgave in J. J. Mak, Het Kerstfeest (s-Gravenhage 1948), blz. 130-131.

< >