Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Kaviaar

betekenis & definitie

(Nieuwgrieks; Russisch ikrá) is de met zout ingemaakte, zwartachtige kuit van verschillende steursoorten. De fijnste kaviaar leveren de kleinere soorten, zoals de sterlet (Acipenser ruthenus), maar ook de grote soorten, zoals de Huso (A. huso) en ook de gewone steur (A. sturio) zijn als producenten van kaviaar van belang.

Voor de bereiding worden de eierstokken der steuren met twijgen geslagen en dan door zeven gewreven. Hierna mengt men de eieren met keukenzout. Is de kaviaar sterk gezouten, dan is zij duurzamer, maar ook minder kostbaar. De Malossol munt uit door de grootte en glazigheid der korrels. Veel minder in kwaliteit is de vaste of geperste kaviaar. De voornaamste handel in kaviaar drijft Rusland, waar de stad Astrakan een belangrijk centrum is. Rode kaviaar wint men in Zweden en in Rusland uit de kuit van de karper, de sander en de snoek.

< >