(1) vroeger een groot gouvernement in het Z.O. van Rusland, thans in de Sovjetstaat in hoofdzaak samenvallend met het Gebied van de Beneden-Wolga in het Z.O. van Europees Rusland. Het huidige gouvernement of district Astrakan maakt daarvan slechts een klein deel uit.
Het is een laagland met zoutsteppen, waar het ’s zomers gloeiend heet, ’s winters zeer koud (tot -36 gr. C.) kan zijn (z Rusland). De hoofdplaats is de stad Astrakan.(2), stad, in het Arabisch Torgichan, in de middeleeuwen Dsjitarchan en Ginterchan genoemd, is een stedelijk centrum van betekenis in Rusland, op de linkeroever van de Wolga gelegen, 66 km stroomopwaarts van de mond van de rivier in de Kaspische Zee op de heuvels van een lang eiland. De winter is er zeer streng; de scheepvaart op de Wolga voor de stad is gedurende 100 à 150 dagen per jaar door ijs gestremd; de zomers zijn er heet. De jaarlijkse neerslag is zeer gering (150 mm); de veelvuldig uit het Z.O. waaiende, over de steppen strijkende, wind heeft een verschroeiende uitwerking.
Zeeschepen kunnen de stad niet bereiken; de lading moet in rivierschepen naar Astrakan vervoerd worden. De plaats is vooral van betekenis als doorvoercentrum voor de producten van Noorden Zuid-Rusland. Aardolie, van Bakoe afkomstig, gaat via Astrakan stroomopwaarts naar de raffinaderijen in het N.; graan en hout gaan naar het Z. De stad heeft echter bovenal betekenis als centrum van de visserij in het noordelijk deel van de Kaspische Zee en de delta van de Wolga, van waar de vangst naar de consumptiegebieden verzonden wordt, zowel in verse als in gezouten toestand. Het benodigde zout wordt betrokken van de zoutziederijen, gevestigd bij het Elton-meeren het eveneens in dit gebied gelegen Baskunchak-meer. Astrakan heeft tevens op moderne leest geschoeide koelhuizen en visconservenfabrieken.
De stad, centrum voor de handel tussen het binnenland van Rusland, Iran (Perzië) en Turkije, telde in 1939: 253 655 zielen, voor het grootste deel bestaande uit Russen, Oekrainers, voor het overige uit Tataren, Armeniërs, Joden en Perzen. Naast de reeds genoemde op de visserij betrekking hebbende industrieën kent Astrakan scheepsbouw, leerlooierij.
Geschiedenis.
In de 13de en 14de eeuw was Astrakan de stapelplaats voor de Indische handel. Timoer verwoestte de stad in 1395, doch reeds in 1475 was zij weder een ook door Russen druk bezochte handelsstad en werd in 1485 de zetel der Tataarse khans. In 1557 door Iwan IV veroverd, was zij voortaan de hoofdstad van het rijk van die naam, dat de latere gouvernementen Samaria, Orenburg, Saratow en Stawropol omvatte. De Tataren uit de Krim maakten zich van haar meester in 1661, maar verloren haar een jaar later weer. In 1669 werd zij door muren omgeven en van krijgsvoorraad voorzien, omdat men vrees koesterde voor de Kozakken. Deze verschenen het volgende jaar, aangevoerd door Stenka Razin, en de gouverneur trok hen met 1600 Strelitzen en 50 kanonnen tegemoet.
De soldaten gingen echter tot de zijde der aanvallers over, trokken 25 Juni 1670 met hen de stad binnen en maakten er zich schuldig aan de grootste gruwelen. Stenka werd echter weldra door een der samengezworenen, den hetman Cornelis Jaklof, verraden, aan de Russen uitgeleverd en door dezen ter dood gebracht. Nu kwam Astrakan weder onder Russische heerschappij. De Raskolniki veroorzaakten er in 1705 een oproer, dat door generaal Apraxin beteugeld werd. Ten tijde van den valsen Demetrius werd Astrakan geplunderd, in 1692 en 1693 door een vreselijke pest geteisterd, in 1719 door de Perzen ingenomen en in 1767 door een felle brand grotendeels in as gelegd. Catharina II schonk aan alle vreemdelingen, die zich te Astrakan of in het Gouvernement vestigden, volkomen vrijheid van bedrijf en tevens vrijdom van belasting voor de tijd van 30 jaren. Daardoor is de bevolking der stad snel toegenomen.
In Wereldoorlog II ondernamen de Russen op 22 Nov. 1942 van Astrakan uit een aanval die op 2 Jan. 1943 — dwars door de Kirgiezensteppe — tot de herovering van het door de Duitsers bezette Elista, hoofdstad der Kirgiezenrepubliek, leidde.
Kunsthistorisch interessant is te Astrakan het op een heuvel gelegen zware, gedeeltelijk granieten Kreml, met een uit baksteen opgetrokken kathedraal (1582-’89). Van de oudste stad is evenmin iets over als van de latere Tataren-nederzetting. Men heeft plannen hier opgravingen te doen, want Astrakan was gelegen aan de grote Tatarenweg en heeft een bloeiende handel en cultuur bezeten.
(3) is de naam voor het lamsvel van het Karakul-schaap, dat men in Zuid-Rusland en West-Azië aantreft. Alleen het vel van zeer jong geslachte lammeren wordt hiervoor gebruikt. De natuurlijke kleur is hoofdzakelijk bruin, daarnaast ook zwart, wit of gevlekt; in de handel wordt vnl. het zwart geverfde astrakan gebruikt. In de laatste tijd vervangt men het echte astrakan door fluweelachtige wollen weefsels. Tegenwoordig worden in verschillende landen de genoemde schapen gefokt om de pelzen.