(of Badeker), bekend door zijn reisgidsen (Essen 3 Nov. 1801 - Koblenz 4 Oct. 1859), legdé zich toe op de boekhandel, bezocht de universiteit te Heidelberg en stichtte in 1827 een eigen zaak te Koblenz. Hier werd hij eigenaar van de Rheinreise van Klein, bezorgde daarvan een derde uitgave onder de titel: Die Rheinlande en begaf zich vervolgens op reis, om bouwstoffen voor zijn handboeken te verzamelen.
Hij leverde: Belgien und Holland (1839), Handbuch für Reisende durch Deutschland und den österreichischen Kaiserstaat (1842), Süddeutschland und Oesterreich, Ungarn und Salzburg, Die Schweiz (1844), Paris und Umgebung (■855). Als voorbeeld gebruikte hij de Engelse reisgidsen van John Murray. Voor elke nieuwe druk bereisde hij de betreffende streken en vermeerderde daardoor natuurlijk de betrouwbaarheid en practische bruikbaarheid, waardoor deze gidsen beroemd zijn. Na zijn overlijden ging de zaak over op zijn zoon Ernst (gest. 23 Juli 1861) en daarna op zijn tweeden zoon Karl, die in 1869 een compagnieschap sloot met zijn jongeren broeder Fritz. Karl overleed in 1912. De zaak was sinds 1872 te Leipzig gevestigd.De verzameling van Baedeker’s reisgidsen, die geregeld in nieuw bewerkte drukken zijn verschenen, omvat bijna alle landen van Europa, monografieën der wereldsteden (Berlijn, Londen, Parijs enz.) en van de belangrijkste andere delen der wereld. Sedert 1927 verschenen de gidsen van Nederland en van België (1930) ieder afzonderlijk. In 1914 verscheen een reisgids voor Indië, welke Voor-Indië, Ceylon, Birma, het schiereiland Malaka, Siam en Java omvat. Sedert 1857 zijn ook Franse en sedert 1861 Engelse uitgaven verschenen.