Frans ontdekkingsreiziger en geleerde (Condé-sur-Noireau, dep. Calvados, 23 Mei 1790 - nabij Parijs 8 Mei 1842), kwam als marineofficier bij de Hydrografische Dienst en maakte eerst in die functie verschillende zeereizen.
In Apr. 1820, op de „Chevrette” in de Middellandse Zee opnemingen verrichtende, ontdekte hij op het eilandje Milo het beroemde Venus-beeld, hetwelk dank zij zijn geestdriftige bemoeiingen ten slotte in Parijs kwam. Als onder-commandant nam hij deel aan de expeditie van Duperrey (1822—*25), die met de „Coquille” een reis om de wereld maakte. Van i826-’2g leidde hij met hetzelfde schip, tot „Astrolabe” herdoopt, de expeditie welke Polynesië moest exploreren en tevens gegevens verzamelen over de navigator La Pérouse, die met zijn schepen „Astrolabe” en „Boussole” verdwenen was. D’Urville vond op aanwijzing van een Engelse zeekapitein overblijfselen der beide schepen bij het eilandje Vanikoro (Santa Cruz-groep); op deze reis bezocht hij tevens Nieuw-Guinea, Nieuw-Zeeland, de Fidji-eilanden en de Carolinen. Zijn laatste en belangrijkste tocht was die van I837-’40 naar de Zuidelijke Stille Oceaan en het Zuidpoolgebied met de „Astrolabe” en de „Zélée”, een der vroege expedities naar de Antarctische gebieden. Dumont d’Urville nam op deze reis o.m. de Z.
Orkney- en Z. Shetland-eilanden op en ontdekte tussen 136° en 1420 O.L. v. Gr., Adélie-land, naar zijn vrouw genoemd, hetwelk hij voor Frankrijk in bezit nam. Teruggekeerd in Frankrijk werd hij tot schout-bij-nacht bevorderd en zette zich, met medewerking van andere geleerden, aan de taak de expeditie-resultaten in een grootscheeps werk te publiceren. Midden in deze arbeid kwam hij met vrouw en zoon, bij een spoorwegongeluk tussen Parijs en Versailles, om het leven.K. W. L. BEZEMER
Bibl.: Voyage de la corvette l'Astrolabe exécuté par ordre du roi, pendant 1826-1829 sous le commandement de J. Dumont d’Urville, 14 tom. (21 vol.) (Paris 1830-1835); Voyage au pöle sud et dans l'Océanie sur les corvettes l'Astrolabe et La Zélée pendant les années 1837 k 1840 (24 dln en 6 dln atlas, Paris 1841-’54).
Lit.: Nouv. Biogr. Générale (dl XV, Paris 1868).